Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Laurierkers

betekenis & definitie

Laurierkers (Prunus Laurocerasus L. of cerasus Laurocerasus L) is de naam van een heester uit de familie der Amygdaleae. Hij wordt 5 tot 8 Ned. el hoog, groeit in Perzië Klein-Azië, den Caucasus en Zuid-Europa en wordt ook wel in meer noordelijk gelegene landen aangekweekt. Zijne oudere takken zijn graauw donkerbruin en de jongere groen van kleur, — de bladeren in 2 rijen afwisselend op de takken geplaatst, Iederachtig, dik, altijd groen, kort gesteeld, langwerpig, naar den voet versmald, aan den rand een weinig omgekruld en met ver van elkander verwijderde zaagtanden voorzien, aan den top stomp, glad, onbehaard, van boven donker groen en glinsterend, van onder licht groen, en boven den voet, aan weerszijden van de forsche middennerf, één of twee kliertjes dragende, die in verschen toestand licht groen, in gedroogden bruin van kleur zijn. Hij bloeit in April of Mei, doch dit geschiedt in onze tuinen slechts zelden.

Zijne bloemen zijn vuilwit en vereenigd in opgerigte bloemtrossen, in de bladoksels der jongste takken geplaatst. De kelk is niet met het vruchtbeginsel zamengegroeid, klokvormig, 5-spletig, afvallend. De bloembladen, 5 in getal, zijn met de talrijke meeldraden op den kelkmond ingeplant, — en de vruchten zijn onbehaarde, niet-berijpte, glinsterend-zwarte, bijna bolronde, veel op kersen gelijkende steenvruchten met sappig vruchtvleesch en harde, houtige, doorgaans éénzadige steenen. De bladeren der laurierkers dienen tot bereiding van laurierkerswater (Aqua Laurocerasi), een zeer verdoovend middel, dat in borst- en hartziekten veel gebruikt wordt. Van die bladeren kunnen blaauwzuur en bittere amandelolie verkregen worden; beide zijn in de aetherische olie aanwezig, welke men door destillatie met water van de bladeren kan bereiden, en die daardoor eene zeer giftige werking heeft.

< >