Laurierboom (Laurus nobilis L.) is de naam van een altijd groenen boom uit de familie der Laurineae. Hij wordt 2 tot 8 Ned. el hoog en groeit in Zuid-Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika. Zijne lederachtige bladeren zijn glad, langwerpig-lancetvormig, aan beide uiteinden spits, gevind-nervig, aan den rand kraakbeenig, eenigzins omgebogen en golvend, kort gesteeld en afwisselend geplaatst, — zijne bloemen zijn 2-huizig en vereenigd tot okselstandige, kort gesteelde, 3tot 6bloeige bloemschermen, die aan hunnen voet door een omwindsel van 4 concave schutbladen omgeven z{jn, — het geelachtig wit, afvallend bloemdek is in 4 omgekeerdeironde, stompe, holle, aan weerszijden behaarde slippen verdeeld, — de eindelingsche of in het midden geplaatste mannelijke bloem van elk bloemscherm bezit 12 in 2 rijen geplaatste meeldraden, waarvan de binnenste 6 twee gesteelde kliertjes dragen, — de zijdelingsche bloemen daarentegen bezitten slechts 9 of 10 meeldraden, — de helmknopjes zijn 2-hokkig en openen zich met kleppen van den voet naar den top; — in de vrouwelijke bloemen vindt men een stamper met een kort, dik stijltje en een 2- of 4deeligen stempel; daarenboven heeft men er 4 rudimentaire meeldraden, die geene helmknoppen bezitten, maar op hun middenste gedeelte 2 ongesteelde kliertjes dragen, — de vruchten zijn donkerblaauwe steenvruchtjes van eene langwerpige of eivormige gedaante, die in gedroogden toestand eene schier zwarte, bruine of geelachtige kleur hebben. In de geneeskunde worden de bladeren en (zoogenaamde) bessen (Folia et Baecae Lauri) als opwekkende middelen gebezigd.
Men verzamelt ze vooral in de omstreken van Brescia, waarna zij over Triëst in den handel komen. Met gemelde vruchten bereidt men door uitpersen en koken van water de laurierolie (Oleum Laurinum), een bestanddeel van Unguentum sulphuratum. Ook in ons land vindt men den laurierboom in de warme kas.