Kunstdrift noemt men de eigenschap van vele dieren om sommige werkzaamheden op eene hoogst kunstige wijze te volbrengen. Wij merken haar bijv. op bij de vogels in den hoogst kunstmatigen bouw hunner nesten, — bij de bijen in het vervaardigen, vullen en sluiten der cellen, waarin zij den honig verzamelen, — bij de spinnen in de sierlijk en regelmatig gewevene web, enz. Wij merken op, dat die vaardigheid niet, zooals bij den mensch, door onderwijs en oefening verkregen wordt, maar een ingeschapen vermogen is, waarbij van vrije keus of schepping geene sprake kan zijn.
De jongere dieren verstaan de kunst evengoed als de oudere. Ook strekt die kunstdrift tot volvoering van iets, wat voor het schepsel volstrekt noodzakelijk is.