Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Merken

betekenis & definitie

Merken (Lucretia Wilhelmina van), eene verdienstelijke, in de 18de eeuw door kracht van taal zich onderscheidende Nederlandsche dichteres , geboren te Amsterdam den 21sten Augustus 1721, ontving eene zorgvuldige opvoeding, maakte zich bekend met de voortbrengselen der beroemdste dichters van haren tijd en dichtte op 18-jarigen leeftijd een: „Feestzang op het eerste eeuwgetijde der Nederlandsche vrijheid (1740)”, en zond 5 jaar later haar treurspel: „Artemise” in het licht. Voorts vervaardigde zij een aantal brieven in dichtmaat, zooals: „Charlotte van Bourbon aan Willem I”, — „Maria de caan haar zoon Lodewijk XIII”, — „Louise de Coligny aan haar zoon Frederik Hendrik”, — „Johanna Gray aan Maria van Richmond”, — „Leife aan haar vader Erik, eersten bevolker van Groenland”, — „Claudius Civilis aan Julius Brigantinus”, — en „Elizabeth van Engeland aan Hendrik de Groote”, die alle met: „Het nut der tegenspoeden” in 1762 in het licht verschenen en in 1768 herdrukt werden. Inmiddels trad zij in het huwelijk met Nicolaas Simon van Winter en schreef nog: „David, in 12 boeken (1767; 2de druk 1778)”, — „Tooneelpoëzij (met haren echtgenoot, 1774)”, waarin zij: „Het beleg van Leiden”, „Jacob Simonsz. de Rijk”, „Maria van Bourgondië” en „De Camisards” leverde, — „Germanicus, in 16 boeken (1779)”, — en „Tooneelpoëzij (2de dl, 1786)”, waarin men van hare hand aantreft: „Louise d’Arlac”, „Sibille van Anjou” en „Gelonide”.

Sedert 1783 woonde zij met haren echtgenoot te Leiden en des zomers op Bijdorp, een buitengoed in de nabijheid dezer stad. De dichteres overleed in 1789. zij heeft ook bijdragen geleverd tot de nieuwe Psalmberijming, alsmede tot die onder de zinspreuk: „Laus Deo, salus populo”. In 1792 verschenen hare: „Brieven en nagelaten gedichten”.