Korte

betekenis & definitie

Korte (Wilhelm), een verdienstelijk beoefenaar van de geschiedenis der Duitsche letterkunde, geboren den 24sten Maart 1776 te Aschersleben, waar zijn vader conrector en later archidiaconus was, ontving zijne opleiding onder het toezicht van zijn oud-oom Gleim. Hij bezocht de scholen te Aschersleben en Halberstadt, oefende zich van 1796 tot 1799 te Halle in de bouwkunst en andere schoone kunsten en keerde vervolgens naar Halberstadt terug, waar hij ambteloos leefde en den 30sten Januarij 1846 overleed. Hij schreef: „Das Leben Gleim’s (1811)”, — „Das Leben Carnot’s (1820)”, — „Leben und studiën Friedrich August Wolf’s, des Philologen (1833, 2 dln)”, — „Albrecht Thaer, sein Leben und Wirken als Arzt und Landwirth (1839)”, — en „Sprichwörter und sprichwörtlichen Redensarten der Deutschen (1837; 2de druk 1861)”. Ook bezorgde hij uitgaven der „Werke” van Kleist, — der „Briefe Heinse’s, J. von Müller’s und Gleim’s (1860, 2 dln)”, —alsmede der „Sämmtliche Werke” en der „Zeitgedichte” van Gleim.