Kruidnagelboom (Caryophyllus aromaticus L.) is de naam van een fraaijen, altijdgroenen boom uit de familie der Myrtaceën, die omstreeks 10 Ned. el hoog wordt en op de Molukken, bepaaldelijk op het eiland Makian te huis behoort. Zijn stam is glad en groenachtig van kleur, vormt omstreeks 11/2de Ned. el boven den grond eene sierlijke, pyramidale kroon en levert zwaar hout. De bladeren zijn kruisgewijs tegen over elkander gesteld, langwerpig, aan de beide uiteinden versmald, lederachtig, onbehaard, gaafrandig en een weinig gegolfd, gesteeld, van boven donkergroen, van onderen wat bleeker, en in jeugdigen toestand roodachtig-bruin. De talrijke, kortgesteelde bloemen zijn vóór den bloeitijd voorzien van 2 vroeg afvallende schutblaadjes en aan de uiteinden der takken vereenigd tot driegaffelig-vertakte bloemtuilen.
De buis van den overblijvenden, vleezigen, donkerrood gekleurden kelk is verlengd, min of meer rolrond en eenigzins kantig, de kelkzoom 4-deelig. De bloemkroon telt 4 rondachtig-holle, witte of licht-rozenroode bloembladen, die op den kelk zijn ingeplant; vóór den bloeitijd zijn zij aan hunnen top vereenigd en vormen dan het eenigzins rolronde gedeelte, dat wij bij de kruidnagels opmerken. De talrijke helmdraden zijn ingeplant op eene vleezige, vierhoekige, bovenstandige schijf, die met den kelkrand zamenhangt; zij zijn niet met elkander vergroeid, maar in 4 bundels gerangschikt, die met de kelkslippen afwisselen; zij steken boven de bloemkroon uit en dragen aan hunnen top langwerpige, aan beide einden uitgerande helmknopjes. Het met de kelkbuis vergroeide vruchtbeginsel is aan zijn top voorzien van een vliezigen ring, die den voet van den stijl omgeeft en de inplanting der meeldraden aan het oog onttrekt. De stpl is onverdeeld en loopt in een stompen stempel uit. De vrucht is eene langwerpige, eenigzins lederachtige, weinig saprijke, door den kelkzoom gekroonde bes met 1 of 2 langwerpige zaden.
Onze kruidnagels zijn de bloemknoppen van dien boom. In den handel onderscheidt men: Hollandsch-Oost-Indische, Engelsch-Oost-Indische, Amboina-, Bourbon- en Cayenne-kruidnagels; de tweede en de derde soort wordt voor de beste gehouden. Moernagels (Anthophylli) zijn de gedroogde onrijpe vruchten van den kruidnagelboom, en zijne bloemstelen noemt men kruidnagelstelen.
Alle deelen van den kruidnagelboom, maar vooral de bloemknoppen zijn zeer aromatisch, en deze laatste worden als een prikkelend en opwekkend middel gebruikt. Ook dienen zij tot bereiding van sommige zamengestelde geneesmiddelen en van geurige dranken.
De kruidnagelboom groeit niet goed op een zandgrond, maar het best op zwarte gronden met een kleiachtigen of zaveligen ondergrond. Op 10-jarigen ouderdom geeft hij gewoonlijk vruchten. Er is eene houtrups (Cossus), die geduchte verwoestingen in de kruidnagelperken veroorzaakt.—Nadat de Nederlanders in het laatst der 16de eeuw de Portugézen van de Molukken verjaagd hadden, hebben zij met den alleenhandel in kruidnagels ontzettend groote schatten verdiend.