Königstuhl (Koningsstoel) is de naam van eene merkwaardige plek op den linker oever van de Rpn ongeveer 400 schreden beneden het marktvlek Rense in het Pruissische arrondissement Coblenz, schuins tegenover het stadje Oberlahnstein. Hier vereenigden zich nagenoeg de grenzen van 4 Rijnlandsche keurvorstendommen, namelijk van Keulen (Rense), Trier (Kapellen met Stolzentéls), Mainz (Lahnstein) en de Pfalz (Braubach). De oude Königstuhl, in 1376 op last van Karel IV uit vierkante steenblokken verrezen, was een achthoekig gebouw, met eene middellijn van 8 en eene hoogte van 5 Ned. el. Het rustte op 9 zuilen, en langs 14, van boven door eene ijzeren poort afgeslotene trappen bereikte men het opene bovenplein, waar eene gemetselde bank plaatsen aanbood voor de 7 Keurvorsten.
Reeds in het begin der 17de eeuw begon dit gebouw te vervallen, doch het werd in 1624 hersteld en van een van buiten aangebragten trap voorzien. De Franschen verwoestten het in 1794, doch eene vereeniging van oudheidminnaars te Coblenz deed het in 1843 in zijne voormalige gedaante herrijzen. Op den Königsstuhl kwamen weleer de Keurvorsten bijeen om over de aangelegenheden van het Duitsche rijk te beraadslagen, vrede te sluiten en Koningen en Keizers te kiezen. Als zoodanig vindt men hem als aloude vergaderplaats vermeld op het jaar 1308 bij de voorloopige keus van Hendrik VII. Den 16den Julij 1338 werd het eerste verbond van Keurvorsten gesloten, en in 1400 Ruprecht van de Pfalz in plaats van Wenzel tot koning gekozen.
