Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

König

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Emanuël König, een verdienstelijk genees en kruidkundige, geboren te Basel in 1658 en aldaar overleden in 1731. Hij was er eerst hoogleeraar in de Grieksche taal en vervolgens in de natuur- en geneeskunde. Van zijne geschriften vermelden wij: „Disputatio physicomedica, generalia regni vegetabilis enucleans (1680)”, — „Regnum vegetabile etc. (1688 en 1696, 2 dln; 2de druk 1708)”, — „Regnum animale (1698)”, — „Regnum minerale (1703, 3 dln)”, — „Specilegium botanicum et anatomicum (1703)”, — en „Thesaurus remediorum; Georgica helvetica puriosa (1705)”.

Johann Gerhard König, een verdienstelijk kruidkundige, geboren in 1728. Hij vestigde zich in 1748 als apotheker in Denemarken, en begaf zich vervolgens naar Zweden, waar hij zich onder de leiding van Linnaeus, Wallerius enz. op de kruidkunde toelegde. Bij zijn terugkeer in Denemarken volbragt hij wetenschappelijke reizen naar Bornholm en Ijsland. Op laatstgenoemd eiland toefde hij een jaar en bragt er een schat van zeldzame planten bijeen. Later vertrok hij naar de kust van Malabar en verzamelde op zijne togten door het Oost-Indische Schiereiland een groot aantal merkwaardige gewassen. Terwijl hij plannen maakte om Tibet te doorkruisen, werd hij op den 31sten Juli) 1785 door den dood weggerukt. Hij schreef: „De remediorum indigenorum ad morbos cuivis regioni endemicos expugnandos efificacia (1773)”, — en „Descriptiones monandrarum et epidendrarum in India orientali factae.” Het geslacht Königia, tot de Polygoneae behoorende, is naar hem genoemd.

Friedrich König, de uitvinder der snelpers. Hij werd geboren te Eisleben den 17den April 1775, bezocht er het gymnasium en werd daarna te Leipzig geplaatst op eene aanzienlijke boekdrukkerij, alwaar hij zich tevens met ijver op de kennis van vreemde talen toelegde. Hij bezocht de voorlezingen van Platner, wijdde zich voorts aan de studie der geschiedenis, wijsbegeerte en letterkunde, toefde korten tijd bij zijn oom, een boekdrukker te Greifswald, was in 1797 werkzaam als boekdrukkersgezel te Halle, begaf zich nog een jaar naar de universiteit te Leipzig, en keerde in 1800 naar Eisleben terug, om er een boekhandel te stichten. Hij verloor echter in dat bedrijf het grootste gedeelte van zijn vermogen. Overtuigd van de gebrekkigheid der handpersen, koesterde hij reeds lang plannen tot verbetering van deze en had zich met dat oogmerk toegelegd op de wis-en werktuigkunde.

In 1804 ging hij naar Hamburg, vervolgens naar Weenen en Petersburg, om ondersteuning te zoeken voor zijn ontwerp. Zijne pogingen waren echter vruchteloos, daar men zoowel in Duitschland als in Rusland zijne plannen onuitvoerbaar noemde. In het najaar van 1807 spoedde hij zich echter naar Londen, waar hij zich met den vermogenden boekdrukker Th. Bensley verbond, die hem de noodige gelden bezorgde. Later trad ook de boekdrukker Richard Taylor tot de vereeniging toe.

Voorts kwam König in kennis met Andréas Friedrich Bauer (geboren te Stuttgart den 8sten Augustus 1783), een uitstekend werktuigkundige, die de uitvoering van het plan zeer bevorderde. König verkreeg nu in Engeland achtereenvolgens 4 octrooijen, — een van 29 Maart 1810 voor eene platte drukmachine, waarmede in April 1811 het eerst een vel van het „Annual register” gedrukt werd, — een van 30 October 1811 voor eene enkelvoudige cylinder-drukmachine, — en eene derde van 23 Julij 1813 voor verbeteringen van laatstgenoemde. De eigenaar van de „Times” bestelde aanstonds 2 dubbele cylinder-machines, en drukte daarmede den 29sten November 1814 voor de eerste maal zijn dagblad. Eindelijk volgde in 1816 de schoon- en weerdruk-machine, die het blad aanstonds aan beide zijden drukt. Ongenoegen met Bensley was oorzaak, dat König en Bauer Engeland verlieten en in 1817 naar Duitschland terugkeerden. Door den Koning van Beijeren ondersteund, vestigden zij onder de firma „König en Bauer” in het voormalig klooster Oberzell bij Würzburg eene werkplaats, vanwaar in 1829 reeds 50 snelpersen verzonden waren. König overleed den 17de" Januarij 1833, waarna de fabriek eerst door Bauer alleen en later door hem en de 2 zonen van König bestuurd werd. Bauer stierf den 27sten Februarij 1860, en in Maart 1865, bij de viering van het halve eeuwfeest der uitvinding, werd er de 1000ste snelpers voltooid.

Heinrich Joseph König of Koenig een verdienstelijk Duitsch romanschrijver en novellist, geboren te Fulda den 9den Maart 1790. Hij bezocht het gymnasium in zijne geboorteplaats, trad reeds op zijn 20ste jaar in het huwelijk, bekleedde aanvankelijk eenige ondergeschikte betrekkingen, en werd in 1816 te Fulda en in 1819 te Hanau benoemd tot „Finanzsecretär”. In 1832 en 1833 werd hij er gekozen tot afgevaardigde naar den Landdag, waar hij de zijde koos der oppositie. Toen hij echter in 1839 herkozen werd, verhinderde de regéring hem zitting te nemen en verplaatste hem als „Obergerichtssecrètär” naar Fulda. Hij nam echter in 1847 zijn ontslag, vestigde zich weder te Hanau, en zag er zich nogmaals tot afgevaardigde benoemd. Als zoodanig ondersteunde hij het ministèrie-Eberhard. Sedert de verandering van zaken in Keur-Hessen in 1850 leefde hij ambteloos te Hanau; doch in 1860 vertrok hij naar Wiesbaden, en overleed aldaar den 23sten September 1869. Van de door hem uitgegeven romans bezorgden vooral: „Die hohe Braut (1833, 2 dln; 2de druk 1844)”,— en „Die Clubisten in Mainz (1847, 3 dln; 2de druk 1857)” hem grooten roem.

Voorts schreef hij: „Die Waldenzer (1836, 2 dln)”, omgewerkt onder den titel: „Hedwig, die Waldenzerin (1857)”, — „William’s Gedichten und Trachten (1829, 2 dln)”, omgewerkt onder den titel: „William Shakspeare (1850; 3de druk 1859)”, — „Regina (1842; 2de druk 1854)”, — „Veronika, eine Zeitgeschichte (1844)”, — „Spiel und Liebe (1849)”, — „Täuschungen (1857)”, — „König Jerome’s Carneval (1855, 3 dln)”, — „Marianne (1858)”, — „Von Saalfeld bis Aspern (1864)”, — „Georg Forster’s Leben in Haus und Welt (2de druk 1858 2 dln)”, — „Eine Fahrt nach Ostende (1845)”, — „Auch eine Jugend (1852; 2de druk 1861)”,— „Ein Stilleben (1861, 2 dln)” — en „Einer pyrmonter Nachkur (1869)”. Zijne verzamelde werken zijn in 20 deelen uitgegeven.

< >