Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Komiek

betekenis & definitie

Het komieke is volgens Jean Paul het omgekeerd-verhevene. Verheven noemen wij een voorwerp, waarvan het eigenlijk begrip grooter is dan de zinnelijke vorm, waarin het zich vertoont. Wij noemen bijv. een Gothischen dom verheven, omdat hij zich voor onze verbeelding tot eene onbepaalde hoogte verheft. In het komieke zien wij daarentegen, dat de zinnelijke vorm grooter is dan het denkbeeld, hetwelk door dien vorm moet worden uitgedrukt.

Komiek is bijv. eene drukfout, die het tegenovergestelde van onze meening in den volzin legt, — komiek het gedrag van den verstrooide, die, om de eerlijkheid zijner bedienden op de proef te stellen, eene massa geld op de tafel legde, maar verzuimde het vooraf te tellen. Men maakt onderscheid — vooral op het tooneel — tusschen het laag- en hoog-komieke. Tot het eerste (burlesque) behooren de grappen van Hansworst, Uilenspiegel enz.

Hooger staat reeds het verstandelijkkomieke of de geestigheid, en op den hoogsten trap bevindt zich de humor, welke in bevallige vormen en tevens met diep gevoel den draak steekt met de dwaasheden der wereld. De „Don Quyote” van Cervantes is een modél van zonderlingen humor. In den dolenden ridder en zijn schildknaap ziet men niet slechts de vermakelijke tegenstelling van dweeperij en gezond verstand, maar ook van het eenzijdige idealismus en het niet minder eenzijdige realismus. In de schilderkunst vormt het komieke een gedeelte van het genre; het komieke is vertegenwoordigd in de muziek en in de poëzij, vooral in de opera, — in den roman en in het klacht- en blijspel.

< >