Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Koekkoek

betekenis & definitie

Koekkoek is de geslachtsnaam van eenige verdienstelijke schilders.

Daartoe behooren: Johannes Hermanus Koekkoek, een uitstekend zeeschilder, geboren te Vere den 27sten Augustus 1778. Hij was eerst werkzaam in eene behangselfabriek, maar vormde zich allengs tot schilder. Eerst woonde hij te Durgerdam en vestigde zich vervolgens te Middelburg, waar hij onderwijs gaf in de teekenkunst. In 1833 vertrok hij naar Amsterdam en overleed aldaar den 12den Januarij 1851. Hij leverde fraaije zee- en riviergezigten en was lid van de Koninklijke Académie te Amsterdam, alsmede van Arti Sacrum te Rotterdam. Zijne vier zonen onderscheidden zich als begaafde kunstenaars namelijk: Bernard Cornelius Koekkoek, een uitstekend landschapschilder, geboren te Middelburg den 11den October 1803 opgevormd onder de leiding van Schelfhout en van Os.

Zijne landschappen getuigen van eene dichterlijke opvatting der natuur. In 1841 vestigde hij zich te Cleef, waar hij eene teekenschool stichtte en den 5den April 1862 overleed. — Johannes Koekkoek, geboren den 8sten December 1811 en overleden te Breda den 28sten April 1831, een verdienstelijk schilder vanstille en woelende waters — Marinus Adriaan Koekkoek, te Hilversum, — en Hermanus Koekkoek, te Amsterdam gevestigd.

< >