Koekaoea, ten onregte Koeka genaamd, is de hoofd- en residentiestad van het rijk Borneo in Soedan, in de provincie Koyam, 2 geogr. mijl ten westen van het Tsad-meer, 15 Ned. boven dit laatste en 275 Ned. el boven den zeespiegel in eene woeste vlakte gelegen.
Zij is eerst in 1846 gesticht, telt ongeveer 8000 inwoners en bestaat eigenlijk uit 2 steden, ééne voor het Hof en ééne voor het volk. Deze twee, een kwartier uur gaans van elkander verwijderd, zijn door rijen huizen verbonden en door dorpen en buurten van hutten omgeven. Te Koekaoea is slechts ééne levendige straat. Ten westen van de volksstad wordt eiken maandag eene markt gehouden, waar 15tot 20000 menschen bijeenkomen. De handel is er lastig wegens het gemis van een behoorlijk ruilmiddel.
Men betaalt elkander met kauri’s, die eene zeer geringe waarde hebben, of ook wel met hemden. Men koopt en verkoopt er bouwstoffen tot het optrekken van hutten, graan in lederen zakken, kameelen, paarden, kleedingstukken, paarlen, lederen voorwerpen en slaven. Levensmiddelen zijn er zeer goedkoop. Het klimaat is er aan groote afwisseling onderhevig. Zij ligt op 12°55' N. B. De ontdekkingsreiziger Barth heeft er geruimen tijd vertoefd. Ten oosten van Koekaoea, aan het Tsad-meer, ligt het bevallige Madoeari, waar Overweg den 17den September 1852 overleed, en 3 geogr. mijl ten zuidoosten, aan den oever van het meer, de stad Ngornoe of Angornoe met 30000 inwoners en druk-bezochte markten. Deze stad is echter in 1853 door eene overstrooming grootendeels verwoest.
