Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jonathan

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Jonathan, een zoon van den Israëlietischen koning Saul en tevens den boezemvriend van David, den uitstekenden veldheer en den mededinger zijns vaders. Hij wordt in de boeken des Ouden Testaments voorgesteld als een edel mensch en sneuvelde met zijn vader en zijne broeders in een slag tegen de Philistijnen bij Gilboa.

Jonathan Apphus, een der Makkabeërs. Hij was een zoon van Mattathias en een dapper held. Na den dood van zijn broeder Judas Maccabaeus (158 vóór Chr.) werd hij opperbevelhebber der Israëlieten.

Jonathan of eigenlijk broeder Jonathan, den naam van het Amerikaansche volk, gelijk die van John Buil aan het Engelsche, van Jan Kaas aan het Hollandsche en van neef Michel aan het Duitsche gegeven wordt. Volgens sommigen is die naam afkomstig van Jonathan Trumbull, gouverneur van Connecticut in den tijd der omwenteling, daar men dezen in het leger zoo heette. Het schijnt echter, dat hij het eerst gebezigd is door de Engelschen, vermoedelijk omdat die Bijbelsche naam in het puriteinsche Nieuw-Engeland zoo dikwijls voorkwam. Broeder Jonathan is eene sluwe, ijverige, opgeruimde en blufferige persoonlijkheid, wie het noch aan humor, noch aan eene zekere mate van welwillendheid ontbreekt. Even als John Bull onderscheidt hij zich door vrijheidsmin, vastheid van karakter en fierheid op zijne afkomst, maar terwijl eerstgenoemde stil en in zich zelf gekeerd is, weet broeder Jonathan niet alleen druk te spreken, maar zich ook zeer goed naar de eigenaardigheden van anderen te voegen; bovenal echter stelt hij leepheid (smartness) en voortvarendheid op hoogen prijs.

Jonathan, zie onder Hasébroek.

< >