Jewdokimof (Graaf Nicolaas Iwanowitsj), een Russisch generaal, geboren omstreeks het jaar 1800, trad reeds vroeg in dienst, streed in den Caucasus onder het opperbevel van Jermolqf en nam in 1829 als majoor deel aan den veldtogt in Aziatisch Turkije. Daarna ontwikkelde hij weder in den Caucasus jaren aaneen eene onverpoosde werkzaamheid, onderscheidde zich bij de expeditie naar Dargo, bij de belegering van Salti en Gergebil, en was in 1856 luitenant-generaal. Weldra werd hij, als een der dapperste bevelhebbers, belast met de krijgsverrigtingen tegen Sjamyl. Hij veroverde onderscheidene gewigtige plaatsen, bragt Sjamyl bij Aoel-Ismaïl eene nederlaag toe en nam den 12den April 1859 diens residentie Weden stormenderhand in bezit.
Daar het vijandelijk opperhoofd bij deze gelegenheid werd gevangen genomen, zag Jewdokimof zich tot graaf verheven en tot adjudant des Keizers benoemd. In 1861 ontving hij bevel, om tegen het vrijheidlievend bergvolk der Tsjerkessen op te rukken, en na een driejarigen strijd veroverde hij het laatste bolwerk van den vijand. Tot generaal der infanterie benoemd en met ridderorden en goederen begiftigd, keerde hij terug naar Tiflis, waar hij vervolgens den stadhouder van Caucasië, grootvorst Michaël, ter zijde stond.
