Ita, een verdienstelijk Nederlandsch zeeheld, van wiens lotgevallen slechts weinig bekend is, was geboren te Vlissingen en werd in 1628 door de WestIndische Maatschappij als bevelhebber eener vloot van 12 schepen uitgezonden. Hij ontmoette de Spaansche vloot in de Golf van Mexico. Schoon die vloot veel sterker was dan de zijne, gaf hij bevel tot den aanval. Het schip „Leeuwin” klampte den Spaanschen vice-admiraal aan boord, doch zag zich weldra aan de andere zijde bestookt door het Spaansche admiraalschip.
Nu echter naderde Ita, en weldra waren beide vijandelijke schepen veroverd, waarna hij niet alleen de ontredderde „Leeuwin”, maar ook een kostbaren buit veilig in de vaderlandsche haven bragt. In 1629 was hij admiraal der vloot, die door de West-Indische Maatschappij onder het opperbevel van Hendrik Loncq naar Brazilië gezonden werd. Ook in het volgende jaar diende hij aldaar de Maatschappij en keerde in 1630 met eenige schepen terug. Na dien tijd vinden wij zijn naam niet in de geschiedenis vermeld. Zijne dochter Johanna was gehuwd met Cornelis Evertsen de Oude, luitenant-admiraal van Zeeland.