Iran, eigenlijk Urm, in het Oud-Perzisch Arjama, in het Zend Airjama (land der Ariërs), noemden de Perzen van ouds hun geboortegrond, in tegenoverstelling van Aniran (Niet-Iran) of het land der Barbaren. De Perzische vorsten uit de dynastie der Sassaniden noemden zich koningen van Iran en Aniran. In onzen tijd noemt men, in tegenstelling van Toeran (het Turksch-Tartaarsche laagland), Iran de uitgebreide hoogvlakte van Azië, welke zich met eene gemiddelde hoogte van 12- of 1300 Ned. el van den Hindoe-Koeh, het noordelijk gedeelte van den Khorasan en den Elbroes zuidwaarts uitstrekt tot aan de Perzische Golf en de Persisch-Indische Zee, en in het oosten (Oost-Iran) uit Afghanistan en Beloedsjistan, maar in het westen (West-Iran) uit het eigenlijke Perzië bestaat.
Oostwaarts daalt de hoogvlakte steil af naar de Indus, terwijl zij westwaarts, van de Perzische Golf tot aan de hoogvlakte van Armenië, eene reeks van bergketens tot grenzen heeft, door de Ouden met den naam van Zagros-gebergte, doch door de aardrijkskundigen van onzen tijd met dien van de Koerdische Bergen of Gebergte van Koerdistan bestempeld. In het midden des lands ligt eene groote zoutwoestijn. Omtrent de Iranische Talen raadplege men het artikel Perzie.
