Irak-Adsjemi is de naam van eene Perzische provincie ten zuidwesten van de Caspische Zee. Zij omvat het grootste gedeelte van het oude Medië, grenst ten noorden aan de provinciën Aserbeidsjan, Gilan en Mazenderan, ten oosten aan Khorassan en de groote Zoutwoestijn, ten zuiden aan Farsistan en Choesistan en ten westen aan Koerdistan, en heeft eene oppervlakte van 4tot 5000 □ geogr. mijl. Het land is meerendeels bergachtig. De kale bergketens loopen meestal van het westen naar het oosten en dalen naar de zijde der woestijn of loopen verder oostwaarts.
De dalen zijn er vruchtbaar, doch slechts gedeeltelijk bebouwd. Van de rivieren is er de Kyzyl-Oezen (Sefid-Roed), die, van het gebergte van Koerdistan afdalend, de Zendsjan-Roed en de Hasjt-Roed (Karangoe) opneemt, om zich vervolgens in de Caspische Zee uit te storten, de voornaamste. De overige rivieren verliezen er zich in de woestijn. Het klimaat is er gezond, en tot de belangrijkste voortbrengselen des lands behooren graan, rijst, papavers, katoen, voortreffelijke boomvruchten, saffraan, zijde, tabak, paarden, rundvee, kameelen, schapen, geiten en bijen. De nijverheid levert er zijden en katoenen stoffen, tapijten , porselein en glas. Deze provincie bevat de grootste steden van het Perzische rijk, hoewel sommige daarvan alleen merkwaardig zijn door de puinhoopen van hare voormalige grootheid, zooals Ispahan, Hamadan, Kasjan, Koem, enz. De hoofdstad is Teheran.