Zend (Het) of de Zendtaal is de taal, waarin de gewijde schriften der aloude inwoners van Iran, de Zendavesta, zijn opgesteld. Eigenlijk beteekent dat woord een commentaar. Deze taal wordt ook wel met den naam van oud-Bactrisch bestempeld, omdat men haar vermoedelijk in Bactrië bezigde. Zij grenst aan de ééne zijde aan het Sanskriet en aan de andere aan het Oud-Perzisch, de taal der Achmeniden, uit spijkerschrift bekend.
Denkelijk hield zij reeds eeuwen vóór Chr. op, eene levende taal te zijn en werd door het Pehlewi vervangen. Müller is van meening, dat het Poesjtoe, de taal der hedendaagsche Afghanen, regtstreeks afkomstig is van het Zend; waarschijnlijk echter moet men het Zend beschouwen als de oudste zuster en geenszins als de moeder der hedendaagsche Iranische talen. De taal der Gatha’s wijkt af van het Zend, zoodat men eerstgenoemde als een oud dialect van dit laatste kan aanmerken. Het Zend is van belang voor de vergelijkende taalstudie, want onder de Indogermaansche talen is zij na het Sanskriet de oudste tak van dezen stam. Zelfs draagt het in zijne vormen blijken, dat het in sommige opzigten nog ouder is dan het Sanskriet. Door Hovelacque is in 1868 eene „Grammaire Zende” in het licht gegeven.