Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

I

betekenis & definitie

I is de 9de letter van ons — alsmede van het Grieksch en Latijnsch — en de 10de van het Hebreeuwsch alphabeth, terwijl zij de 3de plaats bekleedt in de rij der klinkers. Zij is bij de Hebreeuwen en Grieken de kleinste der klankteekens, zoodat het spreekwoord: „Daaraan zal geen jota (de Grieksche naam der i) ontbreken'1, niets anders beteekent dan: „Daaraan zal zelfs het geringste niet ontbreken.” Daar de i in Westersche talen van eene punt voorzien is, die door haastige schrijvers dikwijls wordt weggelaten, spreekt men in overdragtelijken zin van „de punten op de i’s zetten”, als men wil te kennen geven, dat men iets naauwkeurig zal behandelen. Bij de Grieken en Romeinen was de i uitsluitend als klinker bekend, terwijl zij later bij den aanvang der lettergrepen en met een klinker achter zich veelal met een gewijzigden vorm— dien van j — als medeklinker gebezigd werd. De i gaat ligt over in e, zooals blijkt uit de Gothische woorden liban en giban, welke in leven en geven veranderd zijn.

Als cijfer beteekent I bij de Grieken het getal negen en bij de Romeinen het getal een. Vóór de teekens C (honderd) of M (duizend) wijzen 1,2,3 enz. I’s evenzoovele honderd- of duizendtallen aan. De I vóór het teeken X (tien) wijst aan, dat van het bedrag één moet worden afgetrokken, — ééne of meer I’s achter het teeken X geven te kennen, dat er evenzoovele eenheden bijgevoegd moeten worden. Ook staat de I soms tusschen 2X’s, zooals in XIX (19).

De I wordt voorts als verkorting gebruikt in Latijnsche opschriften, bijv.: I. (imperator),—I. A. (intra annum), — I. C. (Julius Caesar of Jezus Christus), — I. R. (jure Romano), enz. De letters INRI boven den gekruisigden Jezus beteekenden: „Jezus Nazarenus Rex Iudaeorum (Jezus de Nazarener, koning der Joden)”. Als muntteeken op oude Fransche munten beduidt eene I Limoges, en als toonteeken in de muziek een eigenaardig stelsel, waarmede sommige toonkunstenaars van den nieuweren tijd den toonladder der blaasinstrumenten verrijkt hebben.