i
i - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) de negende letter van het alfabet Zie ook í, j, y
Word vandaag nog lid van Ensie
Wiktionary (2019)
i - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) de negende letter van het alfabet Zie ook í, j, y
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
1 jan. Noord-Zld. Midden-Zld. Zeeuwsch-Vl. Zeeland in % van N.1830 27.767 62.727 46.772 137.266 5,25 1880 38.845 86.365 63.530 188.740 4,7 1940 40.948 130.328 83.689 254.965 2,89 1950 41.526 139.072 88.011 268.609 2,68 1960 40.737 150.948 92.036 283.721 2,49 1970 42.134 162.723 100.897 305.754 2,36 1980 49.018 191.180 108.070 348.268 2,47
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
imperator: keizer; Rom. cijfer I.
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
betekent in christelijke afkortingen: I.C.C.C., International Council of Christian Churches (Internationale Raad van Christelijke Kerken); I.C.V., Internationaal Christelijk Vakverbond; I.H.S., de eerste drie (Griekse) letters van Jesus’ naam waaraan later verschillende afleidingen werden verbonden; I.K.O., Interkerkelijk Overleg; I.K.O.R., I...
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
i (de letter); mettre les points sur les I, de puntjes op de i’s zetten.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
1. de letter I, i. 2. hè, zie, ei!; i freilich, ja natuurlijk; i wo, och kom!, waar denk je aan!; i bewahre!, wel neen!
Winkler Prins (1949)
negende letter van het alphabet, tevens 3e klinker; als doffe klinker in Ned. taal gelegen (wat uitspr. betreft) tussen e en ie', de heldere i(e) in Ned. of vreemde woorden eerder lang, spec. voor een r ; samen met j (dus: ij) in achtervoegsels als doffe e uitgesproken. I strookt met Gr. iota en semiet. jod\ in vele talen vervullen de i en de...
Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)
Als teken voor den vierkantswortel uit —1 ingevoerd door Euler (1707—1783).
M. J. Koenen's (1937)
v. i’s, i’tje; 1. als klank: een klinker: de i wordt vóór in de mond gevormd bij een naar het gehemelte gebogen tongrug; 2. als letterteken: de negende letter van het alphabet: zet een puntje op de i; 3. in een woordenboek enz. de woorden, die met de letter i beginnen; onder de i vind je veel samenstellingen met in; nog: a...
Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)
Een door Kirnberger bij wijze van proef ingevoerde letterbenaming voor de natuurlijke septiem, dus voor den 7den boventoon.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I - de 9de letter van ons alphabet en in gebruik als klinker. In het Latijn duidt zij èn klinker èn medeklinker aan (zie onder J). De punt erboven is niet van ouden oorsprong, maar komt eerst in de 5de of 6de eeuw onzer jaartelling voor. Zij komt voor in de volgende afkortingen: ib., ibid. = ibidem (op dezelfde plaats ); — id. = idem (dezelfde of h...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., 1. groothedensymbool (cursief geschreven) voor: a. (natuurkunde) (elektrische) stroom (m.n. wisselstroom); b. (sterrenkunde) inclinatie; 2. symbool (niet cursief geschreven) voor: (wiskunde; in de elektriciteitsleer ook: j) de ➝imaginaire eenheid. I, v./m., 1. groothedensymbool (cursief geschreven) voor: a. (elektrische) stroom; b. i...
Fokko Bos (1914)
I, - als Romeinsch cijfer = 1, ook : Imperator = keizer ; in de scheikunde = Jodium.
J. Kramer (1908)
i, negende letter van ons alphabet en de derde klinker; zij heette bij de oude Grieken iota, een naam die evenals het hebreeuwsche jod van phoenicischen oorsprong is en hand beteekent. In het oude phoenicische schrift had de I den vorm van een drievingerige hand; deze vorm heeft zich in de alphabetten die haar overnamen allengs gewijzigd. De i is d...
J.H. van Dale (1898)
I, v. (-’s), 9de letter van het alphabet; — de puntjes op de zetten, iets zeer nauwgezet uitvoeren, behandelen; (ook) iets zeer stipt nagaan; — de gezamenlijke namen of woorden in een adres of woordenboek, die met beginnen; — Romeinsch cijfer voor het getal 1; — in afkortingen; I. — Imperator — (in Rom...
Anthony Winkler Prins (1870)
I is de 9de letter van ons — alsmede van het Grieksch en Latijnsch — en de 10de van het Hebreeuwsch alphabeth, terwijl zij de 3de plaats bekleedt in de rij der klinkers. Zij is bij de Hebreeuwen en Grieken de kleinste der klankteekens, zoodat het spreekwoord: „Daaraan zal geen jota (de Grieksche naam der i) ontbreken'1, niets anders beteekent dan:...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.