Wat is de betekenis van I?

2023-04-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

i

i - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) de negende letter van het alfabet Zie ook í, j, y

Lees verder
2023-04-02
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

I

afk. van initiaal.

2023-04-02
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

I

1 jan. Noord-Zld. Midden-Zld. Zeeuwsch-Vl. Zeeland in % van N.1830 27.767 62.727 46.772 137.266 5,25 1880 38.845 86.365 63.530 188.740 4,7 1940 40.948 130.328 83.689 254.965 2,89 1950 41.526 139.072 88.011 268.609 2,68 1960 40.737 150.948 92.036 283.721 2,49 1970 42.134 162.723 100.897 305.754 2,36 1980 49.018 191.180 108.070 348.268 2,47

Lees verder
2023-04-02
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

I

imperator: keizer; Rom. cijfer I.

2023-04-02
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

I

betekent in christelijke afkortingen: I.C.C.C., International Council of Christian Churches (Internationale Raad van Christelijke Kerken); I.C.V., Internationaal Christelijk Vakverbond; I.H.S., de eerste drie (Griekse) letters van Jesus’ naam waaraan later verschillende afleidingen werden verbonden; I.K.O., Interkerkelijk Overleg; I.K.O.R., I...

Lees verder
2023-04-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

I

ibis s., wylpreager.

Lees verder
2023-04-02
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

I

i (de letter); mettre les points sur les I, de puntjes op de i’s zetten.

2023-04-02
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

I

1. de letter I, i. 2. hè, zie, ei!; i freilich, ja natuurlijk; i wo, och kom!, waar denk je aan!; i bewahre!, wel neen!

Lees verder
2023-04-02
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

i

1. i lungo, j. 2. de.

Lees verder
2023-04-02
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

I

negende letter van het alphabet, tevens 3e klinker; als doffe klinker in Ned. taal gelegen (wat uitspr. betreft) tussen e en ie', de heldere i(e) in Ned. of vreemde woorden eerder lang, spec. voor een r ; samen met j (dus: ij) in achtervoegsels als doffe e uitgesproken. I strookt met Gr. iota en semiet. jod\ in vele talen vervullen de i en de...

Lees verder
2023-04-02
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

I

De puntjes erop zetten.

2023-04-02
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

i

Als teken voor den vierkantswortel uit —1 ingevoerd door Euler (1707—1783).

2023-04-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

i

v. i’s, i’tje; 1. als klank: een klinker: de i wordt vóór in de mond gevormd bij een naar het gehemelte gebogen tongrug; 2. als letterteken: de negende letter van het alphabet: zet een puntje op de i; 3. in een woordenboek enz. de woorden, die met de letter i beginnen; onder de i vind je veel samenstellingen met in; nog: a...

Lees verder
2023-04-02
Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

I

Een door Kirnberger bij wijze van proef ingevoerde letterbenaming voor de natuurlijke septiem, dus voor den 7den boventoon.

2023-04-02
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

I

I - de 9de letter van ons alphabet en in gebruik als klinker. In het Latijn duidt zij èn klinker èn medeklinker aan (zie onder J). De punt erboven is niet van ouden oorsprong, maar komt eerst in de 5de of 6de eeuw onzer jaartelling voor. Zij komt voor in de volgende afkortingen: ib., ibid. = ibidem (op dezelfde plaats ); — id. = idem (dezelfde of h...

Lees verder
2023-04-02
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

i

v./m., 1. groothedensymbool (cursief geschreven) voor: a. (natuurkunde) (elektrische) stroom (m.n. wisselstroom); b. (sterrenkunde) inclinatie; 2. symbool (niet cursief geschreven) voor: (wiskunde; in de elektriciteitsleer ook: j) de ➝imaginaire eenheid. I, v./m., 1. groothedensymbool (cursief geschreven) voor: a. (elektrische) stroom; b. i...

Lees verder
2023-04-02
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

I

I, - als Romeinsch cijfer = 1, ook : Imperator = keizer ; in de scheikunde = Jodium.

2023-04-02
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

I

i, negende letter van ons alphabet en de derde klinker; zij heette bij de oude Grieken iota, een naam die evenals het hebreeuwsche jod van phoenicischen oorsprong is en hand beteekent. In het oude phoenicische schrift had de I den vorm van een drievingerige hand; deze vorm heeft zich in de alphabetten die haar overnamen allengs gewijzigd. De i is d...

Lees verder
2023-04-02
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

I

I, v. (-’s), 9de letter van het alphabet; — de puntjes op de zetten, iets zeer nauwgezet uitvoeren, behandelen; (ook) iets zeer stipt nagaan; — de gezamenlijke namen of woorden in een adres of woordenboek, die met beginnen; — Romeinsch cijfer voor het getal 1; — in afkortingen; I. — Imperator — (in Rom...

Lees verder
2023-04-02
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

I

I is de 9de letter van ons — alsmede van het Grieksch en Latijnsch — en de 10de van het Hebreeuwsch alphabeth, terwijl zij de 3de plaats bekleedt in de rij der klinkers. Zij is bij de Hebreeuwen en Grieken de kleinste der klankteekens, zoodat het spreekwoord: „Daaraan zal geen jota (de Grieksche naam der i) ontbreken'1, niets anders beteekent dan:...

Lees verder