Homberg (Willem), verdienstelijk natuurkenner, geboren te Batavia in 1652, ontving zijne eerste opleiding te Amsterdam, studeerde voorts te Jena, Leipzig en Praag in de regten, en vestigde zich in 1674 te Magdeburg als advocaat. Aangespoord door het voorbeeld van Otto von Guericke, legde hij zich echter met den meesten ijver toe op de natuurkunde, inzonderheid op de scheikunde. Hp deed pogingen om de gewigtsverhouding te bepalen tusschen het zuur en de basis van neutrale zouten, ontdekte het naar hem genoemde boraxzuur (sal sedativum Hombergi) en scheidde dit af uit borax door middel van zwavelzuur.
Vooral heeft hij zich beroemd gemaakt door de ontdekking van den pyrophoor. Toen namelijk iemand hem had medegedeeld, dat men door drooge destillatie uit excrementen van menschen eene olie kon afscheiden, die kwik in zilver veranderde, nam hij daarvan — doch vruchteloos — de proef. Toen hij er echter wat aluin bij deed, bleef in de retort een ligchaam achter, dat van zelf ontbrandde; zoo vond hij den uit fijn verdeelde kool en zwavelkalium bestaanden pyrophoor.
Inmiddels had hij zich reeds vroeger te Padua en Bologna op de genees-, ontleed- en kruidkunde toegelegd,— te Rome den beroemden Clelio bijgestaan in het vervaardigen van optische werktuigen, — in Engeland het laboratorium van Boyle bezocht,—in Nederland zich onder den vermaarden de Graaf in de anatomie geoefend, en te Wittenberg den doctorsrang in de geneeskunde verkregen. Hij volbragt voorts eene reis door Saksen, Bohemen, Hongarije en Zweden, werkte in het Koninklijk laboratorium te Stokholm, en vertrok over de Nederlanden naar Frankrijk, waar hij volgens het verzoek des Konings, hem door Colbert overgebragt, zich onder gunstige voorwaarden vestigde en de R. Katholieke godsdienst omhelsde (1682). Zijn vader, hierdoor vertoornd, onterfde hem, en toen kort daarna Colbert overleed, begaf hij zich weder naar Rome, waar de geneeskundige practijk hem aanzienlijke middelen verschafte. Nu keerde hij terug naar Parijs, werd er lid der Koninklijke Académie en in 1702 eerste geneesheer van den hertog van Orléans, en overleed den 24sten September 1715. Hij heeft onderscheidene memoriën geschreven, die in de gedenkschriften der Fransche Académie van Wetenschappen werden opgenomen.