Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Batavia

betekenis & definitie

Batavia is de naam van eene residentie op Java. Zij ligt ten noorden van Buitenzorg, ten oosten van Bantam, ten zuiden van de Java-zee en ten westen van Krawang. De kust is er laag en ongezond en dient vooral tot verblijfplaats van kaaimans.

Ten noorden van de kust liggen de Duizend eilanden. De rivie­ren Angké en Anjol zijn er alleen voor ondiepe vaartuigen geschikt, en de rivier van Batavia, Tjiliwong genaamd, strekt er bij voldoenden waterstand tot wijkplaats voor inlandsche schepen.

Andere riviertjes zijn er de Molenvliet, de Tjidoerian, de Tjidani, de Krokot, de Tjitaroem enz. Bergen zijn er niet, maar zuidwaarts begint er de bodem te rijzen. De grond is er minder vruchtbaar dan in andere gedeelten van Java. De bosschen zijn er voor de teelt van suikerriet verdwenen; toch heeft men hier muskaat-, kaneel-, kokos- en cacao-boomen.

Groenten zijn er in overvloed, en er groeit tevens ta­bak, maïs, koffij, thee, betel en eene soort van gerst. Verscheurende dieren zijn er niet, schoon in het oostelijk gedeelte wel eens tijgers verschijnen. De bevolking bedraagt er ruim 400000 zielen, waarbij zich ruim 4000 Europeanen bevinden, 41000 Chinézen, 350000 inlanders, enz. Het meerendeel belijdt er de Mohammedaansche godsdienst.

Batavia is verdeeld in 4 kwartieren, naar de 4 voornaamste hemelstreken genoemd.

Het Noorderkwartier bevat de stad en de voor­steden. Men heeft in deze residentie vele en zeer goede wegen, die haar in verschillende rigtingen doorkruisen. De groote postweg van Tjikandi loopt er over de stad Batavia en over Weltevreden naar Buitenzorg; ook is er in 1864 een nieuwe groote weg aange­legd naar Soerabaja.

Voorts heeft men er een paardenspoor in gereedheid gebragt, en een spoorweg naar Buitenzorg is in aanbouw. Men heeft er eene groote menigte steenbak­kerijen, arakstokerijen en kalkbranderijen, benevens een aantal andere fabrieken.

Het bestuur is er opgedragen aan een re­sident, die door een secretaris, twee adsistent- residenten en een adsistent-resident voor po­licie wordt bijgestaan. Er zijn landraden ge­vestigd te Batavia, Meester Cornelis, Bekasi en Tangerang, en in die plaatsen houdt ook de ommegaande regter zitting. Er zijn 5 ge­vangenissen en 16 particulieren bazars.

De stad Batavia, in gemelde residentie gelegen en de hoofdplaats van geheel Nederlandsch Indië, bevindt zich op 6° 7' 40" Z. B. en 106° 52' O. L. van Ferro. Zij is gebouwd op de puinhoopen van het oude Jakatra in eene moerassige, ongezonde streek.

Zij heeft eene langwerpig-vierkante gedaante en is om­geven door eene breede gracht. Voorheen had zij 5 poorten, van welke slechts ééne is over­gebleven. De oude stad, in 25 wijken ver­deeld, bestaat uit straten en grachten, die elkander regthoekig snijden, en de huizen zijn hier op Europésche wijze gebouwd.

De aanzienlijkste gracht, de Groote Rivier ge­naamd, wordt door de Tjiliwong gevormd.

Daar verheffen zich regelmatig gebouwde handelshuizen, en onder deze ook het kan­toor van de factorij der Nederlandsche Han­delmaatschappij.

Een der merkwaardigste gebouwen is er het nieuwe stadhuis, aan de zuidzijde gelegen van een vierkant plein, dat met steenen is geplaveid. Het eerste stadhuis, in 1652 ge­bouwd, was klein en werd in 1706 gesloopt, waarna het nieuwe in 1707 begonnen en in 1710 voltooid werd.

Vroeger was het tevens ge­vangenis. Niet ver van daar ligt de plaats, waar voorheen het oudste fort der Neder­landers zich verhief. Nabij de Jasenbrug staat de Nederlandsche Hervormde kerk, een vier­kant gebouw, met een orgel voorzien; zij is in 1736 gebouwd.

Voorts heeft men een ge­bouw, het Stadsverband genaamd, waar tot dwangarbeid veroordeelden en anderen genees­kundige behandeling en verpleging erlangen, — een Hervormd diaconie-huis, eene beurs, talrijke toko’s of winkels enz.

Vele huizen zijn er echter reeds afgebro­ken, omdat de stad wegens hare ongezonde ligging niet meer tot voornaamste verblijf­plaats dient der Europésche bevolking. Lang­zamerhand zijn er buitenwijken ontstaan, die met hare fraaije villa’s, doorgaans van co­lonnades omgeven en half verscholen in sier­lijke tuinen en schaduwrijk geboomte, een zeer aangenamen indruk maken.

De meest gezochte kwartieren zijn het Molenvliet, be­paaldelijk dat gedeelte, hetwelk zich het verst van de oude stad bevindt, Rijswijk, het Ko­ningsplein, Gang Scott, de weg naar Tanah- Abang, Goenong Sari, Parapattan en Kramat, terwijl het kwartier Weltevreden hoofd­zakelijk de woningen bevat der officieren van het garnizoen.

Hier verheft zich ook, aan de zuidzijde van Rijswijk, het ruime hôtel van den Gouverneur-Generaal, die zich doorgaans te Buitenzorg ophoudt.

In het kwartier Rijs­wijk staat de sociëteit “De Harmonie”, door Daendels gesticht, en daarachter zijn de za­len van het Bataviasche Genootschap van Kunsten en Wetenschappen met eene belang­rijke bibliotheek en met niet minder belang­rijke muséa van oudheden en voorwerpen uit de natuur. Dit Genootschap is er opgerigt in 1778. Aan de zuidzijde van Rjjswijk heeft men het Parapattan-Weezengesticht.

Voorts vindt men er de Willemskerk, in 1835 gebouwd en in 1843 met een fraai orgel voor­zien, den schouwburg, de paardeposterij, het gevangenhuis, de loge enz.

In het kwartier Weltevreden ligt aan het Waterloo-plein de R. Katholieke kerk, in 1829 ingewijd, het Paleis van Justitie, het Gouvernements-gebouw, in 1827 voltooid, de so­ciëteit Concordia enz. Het kerkhof der Euro­peanen ligt ter regterzijde van den weg, die van het Molenvliet naar Tanah-Abang voert en is door een fraai hek omgeven.

Tot de voornaamste logementen behooren er het “Marine-hôtel,” het “Hôtel der Neder­landen,” het “Hôtel Willem II,” het “Hôtel des Indes” en het “Java-Hôtel.” Men heeft er, behalve de plaatselijke burgerlijke en mili­taire autoriteiten, al de hooge en lage collégiën van algemeen bestuur.

Men vindt er den Raad van Neêrlandsch Indië, het Hoog geregtshof, het Hoog Militair geregtshof, de Algemeene secretarie, de Directiën van finan­ciën, de Algemeene rekenkamer, het Commandement van het leger, de Administratie der marine, het Bestuur over de Protestantsche kerken, de Hoofdcommissie van onder­wijs enz.

Er zijn onderscheidene gouvernements- en particuliere lagere scholen, zoowel voor in­landers als voor Europeanen, eene Christe­lijke ambachtsschool, eene geneeskundige school, eene vroedvrouwen-school en eene hoogere burgerschool, die er het gymnasium Willem II vervangen heeft.

Er is eene ver­takking van de Nederlandsche Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, eene Oost-Indische Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen en een Onderwijzers-genootschap.

De Protestantsche eeredienst wordt er waargenomen door 3 predi­kanten van de Hervormde en één van de Luthersche godsdienst, en de R. Katholieke door den Apostolischen vicaris en pastoor te Batavia, benevens een tweeden pastoor en een onder­pastoor.

Tevens zijn er onderscheidene instel­lingen van weldadigheid, van wetenschap en van kunst. Assurantie-maatschappijen bevin­den er zich in grooten getale.

Dit kan ons niet bevreemden, want Bata­via is verreweg de belangrijkste handelsplaats

van den Oost-Indischen Archipel. Hare ligging bij straat Soenda en hare veilige reede hebben haar daartoe verheven. De ruime baai, met den hoek van Ontong-Java ten westen en dien van Krawang ten oosten, wordt in eene buiten- en binnenreede ver­deeld.

De eerste ligt binnen de eilandjes Kui­per, Onrust, Purmerend, Enkhuizen, en Lei­den en is tot ligplaats voor kleine schepen bestemd. Groote schepen ankeren er op de buitenreede op eene diepte van 5 tot 12 vadem water.

Men bereikt van de reede de stad met kleine vaartuigen en praauwen langs eene vaart tusschen twee in zee uitgebragte hoofden. Het aantal inwoners van Batavia bedraagt ongeveer 60000. Zij werd in 1619, na eene overwinning op de Engelschen, door den Nederlandschen gouverneur-generaal J.P.Koen gesticht en later meer en meer verfraaid. Zij bleef in onze handen tot in 1811, toen zij door de Engelschen werd in bezit genomen, doch in 1816 is zij aan de Nederlanders teruggegeven. Ook te voren werd zij meer­malen door de Engelschen en door de inlan­ders belaagd of belegerd, maar telkens wisten de Nederlanders het gevaar af te wenden. De oude stad heeft een omtrek van 2 geogr. mij­len en is door een muur omgeven. Daarbuiten vindt men, behalve reeds genoemde villa’s, moestuinen en boomgaarden , suikerplantages enrijstvelden.

< >