Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Heurn

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Johan Hendrik van Heurn, een Nederduitsch geschiedkundige. Hij was geboren te ’s Hertogenbosch den 13den Augustus 1706, werd er raad en schepen der stad en griffier der leen- en tolkamer. Hij overleed in 1779, en schreef eene belangrijke „Historie der stad en Meijerij van ’s Hertogenbosch, alsmede de voornaamste daden der Hertogen van Brabant (1776, 4 dln)”. Eene plaatsbeschrijving, welke hierop zou volgen, is nog in handschrift aanwezig. Ook schreef hij nog: „Vertoog over het nuttige om heide tot bouw- en weiland te maken in de Meijerij (1776)”.

Johan van Heurn, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren den 6den Maart 1751, studeerde en promoveerde te Utrecht in de regten, vestigde zich als advocaat te ’s Hertogenbosch en werd er eerst griffier der leen- en tolkamer en in Augustus 1776 hoogleeraar in het burgerlijk en hedendaagsch regt. Hij aanvaardde die betrekking met eene redevoering „De jure romano neque laris instar eolendo neque ad bestias damnando” en hield collegie over de Instituten, totdat hij vóór en na de omwenteling van die dagen in verschillende ambtsbetrekkingen geplaatst werd. Hij was in 1803 assessor van den landdrost van het departement Brabant, staatsraad in buitengewone dienst en ridder van de orde der Unie, — voorts lid der Provinciale Staten, en overleed den 29sten Maart 1815. Hij schreef eene belangrijke „Dissertatio de regalibus in Belgio praecipue in agro Sylvaducensi usitatis (1772)”.

< >