Herberstein, een uitstekend staatsman en geschiedschrijver, geboren in 1486 te Wippach in Kraïn, studeerde in de regten, doch nam daarna dienst bij het leger, en onderscheidde zich in den oorlog tegen de Turken. De Keizer benoemde hem tot bevelhebber van de ruiterij te Kraïn, bekleedde hem met de waardigheid van hofraad, en belastte hem met onderscheidene gewigtige zendingen, b.v. in 1526 naar Rusland. Later werd hij geheimraad en voorzitter van de commissie der geldmiddelen, doch keerde in 1556 tot het ambteloos leven terug, en overleed den 28sten Maart 1566.
Zijne „Rerum Moseoviticarum commentarii (1549; in 1557 in het Duitsch vertaald)” werden in 1841 en 1843 op nieuw uitgegeven en vormen het beste werk, hetwelk in dien tijd over Rusland geschreven is. Zijne levensbeschrijving, door hem zelven opgesteld en loopende tot 1545, werd in 1805 te Ofen uitgegeven, —en zijne „Gesantschaftsreise nach Spanien” is in 1846 door Chmel te Weenen in het licht gezonden.