Hendrix (Simon), geboren den 6den Augustus 1768 uit eene langer dan eene eeuw te Middelburg gevestigde Israëlietische familie, zette den geldhandel zijner voorouders voort, en werd door eerlijkheid en als hoofd der firma Abraham & Simon Hendrix (oom en neef) de voornaamste bankier van het toen nog bloeijende Middelburg. Toen in den laatsten tijd der Fransche overheersching in Walcheren de krijgswet was afgekondigd, werd Hendrix op den 19den December 1813 met eenige andere aanzienlijke ingezetenen, zooals mr. J. H. Schorer (later gouverneur van Zeeland), D. J. Schorer, mr. N. C. Lambrechtsen van Ritthem, J. C. de Bruyn en M. C. E. Versluys gevangen genomen en in de vesting Vlissingen gegijzeld.
De Fransche opperbevelhebber, generaal Gilly, gaf eerst voor, dat die inhechtenisneming geschied was tot handhaving der rust van het eiland, doch beweerde later, dat hij daardoor de rigtige opbrengst der requisitiën had willen verzekeren. Aan bedreigingen, om zijne eischen met geweld te doen uitvoeren, ontbrak het niet. Niemand was echter bereid om, met het oog op den wankelenden toestand van het Keizerrijk, de geëischte gelden voor te schieten, daar vermoedelijk het geleende nimmer zou terugkeeren. Het mag dus als eene daad van vaderlandsliefde van Hendrix worden vermeld, dat hij er in toestemde 50000 francs aan tresorbiljetten te escomptéren. Hij behoedde daardoor zijne landgenooten voor geweldige requisitiën, waarvan de gevolgen, bij den opgewonden staat der gemoederen niet te voorzien waren.
Hendrix overleed den 24sten Augustus 1825. Zijn oudste zoon Jacobus Heyman Hendrix volgde hem als bankier op. Ook deze was in verschillende openbare betrekkingen werkzaam, b. v. als lid der Regtbank van Koophandel en der Kamer van Koophandel en Fabrieken enz. te Middelburg.
Nadat door onvoorziene tijdsomstandigheden, even na de omwenteling van 1830, het algemeen geachte huis te gronde was gegaan, bleef tot heden bij de stadgenooten in herinnering, dat het kantoor liever liquideerde, dan dat het staande bleef en zichzelf verrijkte, wat regtens had kunnen geschieden, maar ten prijs van een eervollen naam, dien genoemde J. H. Hendrix tot aan zijn overlijden op 72-jarigen leeftijd, den 15den Mei 1864, mogt behouden.