Langer. Onder dezen naam vermelden wij:
Johann Feter von Langer, een verdienstelijk historieschilder. Hij werd geboren te Kalkum bij Düsseldorf in 1756, oefende zich in laatstgenoemde stad onder de leiding van Krahn, en werd in 1784 professor aan en in 1789 directeur van de académie te Düsseldorf, alsmede later directeur van het muséum aldaar. Hij volbragt eene reis door de Nederlanden en naar Parijs, en ontving in 1806 eene benoeming tot directeur der académie van beeldende kunsten te München. Hier vormde hij uitstekende leerlingen en overleed den 6den Augustus 1824. Hij heeft onderscheidene Bijbelsche tafereelen geschilderd, die zich door eene, correcte teekening en een aangenaam coloriet onderscheiden.
Robert von Langer, een zoon van den voorgaande en desgelijks een verdienstelijk historieschilder. Hij werd geboren te Düsseldorf in 1783, ontving aanvankelijk onderwijs van zijn vader, bezocht later met dezen Parijs en Italië, werd in 1806 professor aan de académie van schoone kunsten te München, voorts secretaris-generaal dier inrigting, en in 1827 directeur van het Koninklijk kabinet van teekeningen. Hij werd lid der académiën te Weenen, Gent, Antwerpen enz., zag zich in 1841 benoemd tot directeur van het centraal muséum te München, bragt er de pinacotheek in orde, en overleed op zijn buitenverblijf te Haidhausen den 6den October 1846. Van zijne voortbrengselen vermelden wij eene reeks van uitmuntende penteekeningen bij de „Divina commedia” van Dante, — „De zeven werken der barmhartigheid”, — „Maria met den heiligen Epimachus en Gordianus", — „De afneming van het kruis”, — „Franciscus van Assisi”,— en „De aanbidding der Wijzen”. Voorts heeft hij fraaije fresco’s geschilderd in de zaal van zijn buitenverblijf.
