Harder (Mugil) is de naam van een visschengeslacht uit de familie der Mugiloïdei. Het heeft veel overeenkomst met dat der karpers en onderscheidt zich door een tamelijk langwerpig, weinig zamengedrukt ligchaam, een met groote schubben bedekten kop, 2 kleine rugvinnen, van welke de achterste tegenover de aarsvin geplaatst is, terwijl de voorste nagenoeg op het midden van den rug staat en uit harde stekelachtige stralen zamengesteld is. De kop is eenigzins afgeplat, de oogen zijn vrij groot en bij velen min of meer overtogen van eene vetachtige, doorschijnende zelfstandigheid; de snuit is kort, de mondopening dwars en klein, en de onderlip sluit met eene verhevenheid in de bovenlip. Zij hebben zeer fijne of geene tanden, en het kieuwvlies is van 6 stralen voorzien.
Deze visschen zijn gewoonlijk van boven blaauw- of groenachtig, van onder witachtig van kleur; zij worden ½ Ned. el lang en bewonen de zeeën der gematigde en heete luchtstreken, doch komen in den rijtijd met verbazend groote scholen aan de kusten en in de monden der rivieren. Sommige uitheemsche soorten schijnen steeds in zoet water te leven, — andere in zoute meren. Van de soorten noemen wij Mugil Cephalus, die in de Middellandsche Zee voorkomt, en Mugil Capito en Chelo, die aldaar en ook in de Noordzee leven. Doorgaans worden er op onze kust slechts zelden vele gevangen, hoewel zij er in Junij 1857 in groote menigte voorhanden waren.
