Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Overeenkomst

betekenis & definitie

Overeenkomst of contract is de toestemming van eenige personen tot het aangaan van eene regtsbetrekking, gewoonlijk verbindtenis genoemd. Zij is dus geheel iets anders dan eene bloote afspraak. Men verdeelt de overeenkomsten in één- en tweezijdige, naar gelang daardoor ééne of beide partijen verbonden zijn.

Tweezijdig zijn b. v. koop, huur enz., —éénzijdig schenking, borgtogt, geldleening enz. Ook verdeelt men ze in overeenkomsten onder bezwarenden titel en overeenkomsten om niet.

Tot de vereischten eener overeenkomst behooren bevoegdheid en vrije toestemming der contractérende partijen, een bepaald voorwerp en eene geoorloofde oorzaak. Immers alleen zulke personen kunnen tot eene overeenkomst toetreden, welke regtens verbonden kunnen zijn. Uitgesloten zijn dus minderjarigen, onder curatéle staanden enz. Is voorts de vrije toestemming niet aanwezig, of heeft er dwaling geheerscht over de zaak (niet over de bijkomende omstandigheden), waarover men handelt, dan zal men de vernietiging der overeenkomst kunnen eischen. Dit kan evenzeer geschieden, wanneer de overeenkomst door geweld afgeperst of door bedrog uitgelokt is. Wijders kan de overeenkomst zich uitstrekken tot alle zaken, welke in den handel zijn, al is het ook, dat zij nog geoogst of vervaardigd moeten worden. Ook daden kunnen het voorwerp zijn eener overeenkomst; deze echter moeten mogelijk en geoorloofd wezen. Eindelijk verstaat men door oorzaak eener overeenkomst de beweegreden, die de eene partij heeft, om met de andere eene verbindtenis aan te gaan.

Hierbij wordt gelet op de naaste, niet op de verwijderde oorzaak. Omtrent de regtsoorzaak bepaalt de wet, dat daar, waar zij niet aanwezig is, ook geene overeenkomst bestaat. Immers bij afwezigheid van oorzaak is de handeling eene scherts of eene veinzerij. Tevens moet de oorzaak geoorloofd zijn: de eene persoon mag zich jegens den anderen niet verbinden tot daden, welke in strijd zijn met de wet en met de goede zeden. Volgens onze wet rust op den eischer de last, om het bestaan eener ongeoorloofde regtsoorzaak aan te toonen in geval van tegenspraak, door den gedaagde gedaan. Volgens veler gevoelen echter zou het beter zijn, den gedaagde den last op te leggen, om het niet bestaan van zulk eene oorzaak te bewijzen.