Harderwijk, eene stad en hoofdplaats van een kanton in de provincie Gelderland, ligt aan de Zuiderzee, aan den straatweg en aan den centraalspoorweg. Hare haven is alleen geschikt voor visschersvaartuigen. Zij telt naauwelijks 7000 inwoners, doch is merkwaardig wegens hare voormalige académie, de Geldersche genaamd, die in 1648 gesticht, in 1811 door de Fransche regéring opgeheven, en in 1815 door een athenaeum vervangen werd, hetwelk desgelijks ophield te bestaan in 1818.
Ook was er weleer eene vermaarde Latijnsche school, zooals blijkt uit eene vermelding, dat in 1503 bij een brand 450 leerlingen dier inrigting zijn omgekomen. Zij werd in 1600 vernieuwd en verbeterd en naar haren beschermer Maurits van Nassau „Gymnasium Nassavico-Velavicum” genoemd. Men heeft er thans het werfdepot der koloniale troepen.
Harderwijk behoorde weleer tot de Hansesteden; zij werd in 1522 door Karel V veroverd, in 1572 aan de Spanjaarden ontrukt, in 1672 door den Bisschop van Münster ingenomen en in 1674 door de Franschen in brand gestoken. Zij is de geboorteplaats van vele merkwaardige mannen, zooals Petrus Grenellus, Gerard Voet, Johan Willem Ernest Brink, Bernards, van der Meken, Altius enz.