Hampden (John), een beroemd Engelsch patriot en leider van het „lange Parlement”, geboren in 1594 uit een oud geslacht, hetwelk reeds in de 13de eeuw door de geschiedenis vermeld wordt, studeerde te Oxford, werd in 1621 lid van het Parlement, en bevorderde de zaak der Protestanten. Toen hij zelfs in de gevangenis bleef weigeren, om zijne bijdrage te leveren tot de gedwongene leening, onder den naam van „Tonnage and poundage” door Karel I in strijd met de Magna Charta uitgeschreven, ontving hij den eernaam van patriot. Hij verdiende dezen vooral door de verdediging der „Petition of rights” in het Parlement van 1628. Nadat hij voorts eenigen tijd ambteloos op zijn buitenverblijf in Buckingham gewoond had, werd hij wegens zijne weigering, om onregtmatige belastingen op te brengen, in een procès gewikkeld en in de kosten veroordeeld, doch dit was mede oorzaak van het verzet des volks tegen het misbruik der Koninklijke magt.
Door een Kabinetsbesluit verhinderd, om met zijn neef Olivier Cromwell en anderen naar Amerika te trekken, plaatste hij zich in het Parlement van 1640 aan het hoofd der oppositie en behoorde vervolgens tot de 5 leden van het Lagerhuis, die in 1642 door Karel I wegens hoogverraad in staat van beschuldiging werden gesteld. Toen de strijd tusschen het Parlement en den Koning uitbarstte, verzamelde Hampden in het graafschap Buckingham een regement en trok er mede te velde. Den 18den Junij 1643 ontmoette hij bij Chalgrovefield de ruiters van prins Eupert, werd daarbij gewond en overleed 6 dagen daarna.