Onder dezen naam vermelden wij:
Frans de Haes, een aanzienlijk Rotterdamsch koopman, die gehuwd was met Cornelia Brandt, eene dochter van den geschiedschrijver Geeraert Brandt, en een bundel „Mengelgedichten” schreef, die in 1711 is uitgegeven.
Joan de Haes, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Rotterdam den 3den November 1685 en overleed aldaar den 12den Februarij 1723. Hij was een ijverig beoefenaar der fraaije letteren en dichtte: „Judas de Verrader (1714)”, — „Eerkroon voor Rotterdam (1716)”, — en „Jonas de Boetgezant (1723)”. Voorts schreef hij eene levensgeschiedenis van Geeraert Brandt.
Frans de Haes, een zoon van den voorgaande. Hij werd geboren te Rotterdam den 18den April 1708, en overleed aldaar den 14den April 1761. Hij behoorde tot de oprigters van het dichtgenootschap „Natura et Arte” en leverde: „Poëtische uitbreiding en bespiegeling over de Evangelische gelijkenis van den Verloren Zoon (1744; 2de druk 753)”, — „Twee bijschriften op afbeeldingen van zijne Hoogheid den Heere prinse van Oranje en H. K. H. Anna enz. (1747)”, — „Stichtelijke gedichten (1746)”, — „Het verheerlijkt en vernederd Portugal met eene verzameling van verscheidene gedichten (1758)”, — en „Nagelaten gedichten en Nederduitsche spraakkunst (1764, 2 dln)”. Ook heeft hij eenige goede vertalingen geleverd.
