Haersma is de naam van een oud Friesch geslacht. Bertrand Haersma, een wijsgeer en godgeleerde, die te Parijs gestudeerd had, liet in handschrift na: „Mysterium artis Raimundi Lullii”, — en „De mutatione religionis christianae”.
— Livius van. Haersma, geboren in 1702, was grietman van Smallingerland, en overleed in 1778. — Hector Livius van Haersma, geboren in 1737, werd eerst secretaris, toen grietman van Smallingerland, alsmede raad der Admiraliteit op de Maas. In 1795 echter, beroofd van zijn post en wegens prinsgezinde gevoelens op het blokhuis te Leeuwarden gevangen gezet, ontsnapte hij door het binnenrukken van Fransche troepen aan den dood. In 1805 was hij drost van Smallingerland, Opsterland en Ooststellingwerf, en hij overleed den 15den Januarij 1820. — Daniël de Blocq van Haersma, geboren in 1732, werd in 1764 grietman van Achtkarspelen, alsmede curator van de académie te Franeker. In 1796 deelde bij in het lot van den voorgaande, doch zag zich in 1806 benoemd tot drost van Dantumadeel, Kollumerland en Achtkarspelen, en overleed te Buitenpost in 1814. — Sybrand van Haersma, een zoon van den voorgaande en de laatste mannelijke telg van zijn geslacht, werd geboren in 1766, bekleedde verschillende betrekkingen, en was bij zijn overlijden in 1839 grietman van Achtkarspelen, lid der Provinciale Staten van Friesland en ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw.