Grimaldi (Het geslacht) volgt als het vierde der oud-adellijke geslachten te Genua op die van Fiéschi, Doria en Spinola. Daaraan behoorde reeds in 980 het later tot een prinsdom verheven gebied van Monaco, en met het geslacht der Fiéschi's vervult het in de geschiedenis van Genua eene belangrijke rol, daar beiden tot de partij der Guélfen behoorden. Het had voorts rijke bezittingen in Frankrijk en Italië. Door het verdrag van Peronne (1641) kwam Monaco onder de beschermheerschappij van Frankrijk, en toen de goederen der Grimaldi te Milaan en te Napels door de Spanjaarden in beslag genomen werden, stelde Lodewijk XIV hen schadeloos door hun het hertogdom Valentinois en het markiezaat Baux toe te kennen.
De mannelijke lijn van Monaco stierf uit met Antonio Grimaldi den 26sten Februarij 1731, die reeds in 1715 Valentinois aan zijn schoonzoon Jacques François Léonard de Goyon-Matignon had afgestaan. Laatstgenoemde volgde hem ook op in Monaco en aanvaardde den naam van Grimaldi. — Raimundo Grimaldi was de eerste, die de oorlogsvlag der Republiek wapperen deed aan de andere zijde van de Straat van Gibraltar. Ten behoeve van Filips de Schoone van Frankrijk, die oorlog voerde met de Vlamingen, zeilde Grimaldi als admiraal van Frankrijk in 1304 met 16 Genuésche galeijen en 20 Fransche schepen naar Zeeland, waar hij graaf Guy van Vlaanderen, die bevel voerde over eene vloot van 80 schepen, versloeg en gevangennam. — Antonio Grimaldi onderscheidde zich in de eerste helft der 14de eeuw desgelijks als vlootvoogd. Hij streed aanvankelijk voorspoedig tegen de Cataloniërs, maar toen deze zich met de Venetianen vereenigd hadden, leed hij de nederlaag, zoodat Genua zich onder de hoede moest stellen der Visconti van Milaan. — Giovanni Grimaldi maakte zich beroemd door de zegepraal, die hij den 23sten Mei 1431 op de rivier de Po behaalde op den Venetiaanschen admiraal Niccolo Trevisani, ofschoon Carmagnola, de beroemdste generaal van dien tijd, aan den oever van dien stroom met eene aanzienlijke krijgsmagt gereed stond, om de Venetianen te hulp te snellen. — Domenico Grimaldi, die in 1592 als cardinaal, aartsbisschop en vicelegaat van Avignon overleed, had te voren onder Pius V het opzigt over de galeijen van den Kerkelijken Staat en woonde in 1571, hoewel reeds bisschop, onderdon Juan d'Austria en Marco Antonio Colonna den zeeslag van Lepanto bij, alwaar hij zich onderscheidde door zijn moed. — Zijn neef Geronimo Grimaldi, geboren te Genua in 1597, werd op zijn 28ste jaar tot vice-legaat der Romagna, daarna tot bisschop van Albano en tot gouverneur van Rome benoemd, Urbanus VIII zond hem als nuntius naar Duitschland en Frankrijk, en wegens zijne goede diensten verwierf hij in 1643 den cardinaalshoed. Uit dankbaarheid beschermde hij de familie van Urbanus, toen deze overleden was, en berokkende zich daardoor den toorn van paus Innocentius X, die nooit de bul heeft willen onderteekenen, waarbij Grimaldi tot aartsbisschop van Aix benoemd werd.
Laatstgemelde kon eerst in 1655 onder Alexander VII dat ambt aanvaarden. Hij stichtte te Aix een seminarium voor geestelijken en een hospitaal voor behoeftigen, en overleed aldaar den 4den November 1685. — Ook op het gebied van wetenschap en kunst hebben onderscheidene Grimaldis een goeden naam verworven, hoewel men meent, dat deze niet tot den Genuéschen stam behoorden. Giacomo Grimaldi, geboren in 1623, bragt het archief der St. Pieterskerk te Rome in orde en beijverde zich om een aantal opschriften te verklaren. — Giovanni Francesco Grimaldi, geboren in 1606, overleden in 1680 en naar zijne vaderstad il Bolognese genaamd, was schilder, architect en graveur, volgde het voetspoor van Correggio, schilderde op last van Mazarin onderscheidene fresco’s in het Louvre en versierde ten tijde van paus Innocentius X desgelijks het Vaticaan en het Quirinaal met zijne fresco’s. — Francesco Maria Grimaldi, geboren te Bologna in 1613 en overleden in 1663, behoorde tot de orde der Jezuïeten, was een uitstekend wiskundige, en schreef onder anderen: „Physicomathesis de lumine, coloribus et iride aliisque annexis (1665, 2 dln)”, een werk, dat Newton tot grondslag legde voor zijne leer van het licht. — Francesco Grimaldi, desgelijks een Jezuïet (✝ 1738), maakte zich bekend door zijne herdersdichten en drama’s. — Constantino Grimaldi, geboren te Napels in 1667 en overleden in 1750, was een man van algemeene kennis, die zich een naam maakte door zijn strijd met de Benedictijnen , welke hij wegens een aanval op Cartesius in een geschrift vinnig tuchtigde. — Francesco Antonio Grimaldi (✝ 1784) leverde onderscheidene geschiedkundige werken over Napels. — Te Napels bloeit nog het geslacht Grimaldi, markiezen van Piétracatella, — en onderscheidene familiën Grimaldi beweren afkomstig te zijn van den Genuéschen stam.