Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Doria

betekenis & definitie

Doria, eigenlijk d'Oria of kinderen van Oria, de gemalin van Ardouin van Warbonne, die in de eerste helft der 12de eeuw leefde, is de naam van een oud-adellijk geslacht in Genua, hetwelk een aantal beroemde mannen heeft opgeleverd. Vermeld vinden wij: Antonio Doria, die in 1154 met 3 andere patriciërs tot consul gekozen werd en den bloei van handel en scheepvaart te Genua krachtig bevorderde. Tot zijne tijdgenooten behoorden Andréa Doria, die een gedeelte van Sicilië ten erfdeel ontving, en Nicola Doria, een getrouwe aanhanger van keizer Hendrik V. Voorts Perceval Doria, in 1260 stadhouder van de mark Ancona, van het hertogdom Spoleto en Romagna. In den strijd der aanzienlijke geslachten over de heerschappij te Genua namen de Doria’s niet weinig deel.

Met Spínola behielden zij de overhand over de Grimaldi en Fiéschi, en Oberto Doria had er met een Spínola een onbeperkt gezag; met zijn zoon Corrado vernietigde hij den 2den April 1284 de vloot van Pisa, — en onder Corrado Doria versloeg Lamba Doria in 1297 de Venetiaansche zeemagt, aangevoerd door Dandolo. Toen er in 1306 verdeeldheid ontstond tusschen de Doria's en de Spínola’s, behielden eerstgenoemden de volksgunst. Toch werden in 1335 Rafaël Doria en Galeotto Spïnola weder tot aanvoerders benoemd, doch Odoardo Doria verkreeg het opperbevel over de vloot en streed voorspoedig tegen de Aragoniërs. Na dien tijd schitterden in de 14de, 15de en 16de eeuw steeds Doria’s als zeehelden aan het hoofd der vloot. Terwijl Filippo Doria in 1350 een verwoestenden strooptogt ondernam naar de kust van Venetië, moest Grimaldi in een zeegevecht tegen de Venetianen en Aragoniërs het onderspit delven, zoodat Genua genoodzaakt was, zich aan de beschermheerschappij van Milaan te onderwerpen. Degroote Paganini Doria verbrijzelde dit juk en overwon in 1354 de Venetiaansche vloot. Filippo Doria versterkte de Genuésche zeemagt en veroverde een gedeelte van Sicilië benevens Tripolis. Luciano Doria bemagtigde de haven van Zara en streed zegevierend tegen den Venetiaansche admiraal Pisani (1379).

Die strijd werd voortgezet door Ambrosia en Piétro Doria, en Ilario Doria gaf zijne dochter ten huwelijk aan den Griekschen keizer Emanuël (1397). In de oorlogen, die in de 14de eeuw Genua onder de heerschappij van Frankrijk bragten, vervulden de Doria's met de Fiéschi de hoofdrollen, en toen in 1409 de Franschen verjaagd en de Milanézen als gezaghebbers erkend werden, stonden die beide geslachten op ter bevrijding des vaderlands. Tot de tijdgenooten van Andréa Doria (zie onder) behoorden zijn neef, de dappere Gianettino Doria, die aanleiding gaf tot de zamenzwering van Fiésco, en Jeronimo Doria, een schrander staatsman en cardinaal. Vooral ook onderscheidde zich Giovanni Andréa Doria, een zoon van Gianettino, als een dapper vlootvoogd, die roemrijk streed tegen de Turksche vloot, den slag van Lepanto (1571) bijwoonde, van zijn oudoom Andréa aanzienlijke bezittingen erfde en in 1606 overleed. Het geslacht is thans in onderscheidene lijnen verdeeld: die van Andréa wordt vertegenwoordigd door Doria Pamfili te Rome, prins van Melfi en Valmontone en eigenaar van het paleis van Andréa Doria te Genua. Eene andere lijn is die der prinsen van Angri te Napels, terwijl onderscheidene lijnen te Genua afstammen van Lamba Doria. Meer in bijzonderheden maken wij gewag van Andréa Doria, een der grootste helden en staatslieden zijner eeuw. Hij werd geboren den 30sten November 1468 te Carrascosa op het grondgebied van Genua, ontving zijne opleiding aan het hof van hertog Frederik van Urbino en spoedde zich vervolgens naar Ferdinand, koning van Napels, om zich in den wapenhandel te oefenen.

Toen hij van eene bedevaart naar Jerusalem te Genua terugkeerde, vond hij die stad door inwendige verdeeldheid verscheurd, en hij beijverde zich om het volk met den adel te verzoenen. In 1513, na het verdrijven der Franschen, verkreeg hij het opperbevel over de galeijen, zuiverde de Golf van Genua van zeeroovers en verwierf weldra grooten roem. Toen Janus Fregoso de grondwet veranderde en Genua onder de bescherm-heerschappij van Frankrijk bragt, vond hij steun bij Doria, zoodat deze spoedig — en niet voor de laatste maal — van partij veranderd was. Met zijne vloot trad hij in Fransche dienst, werd door Frans I in 1524 tot bevelhebber der vereenigde vloten benoemd en bragt aan de Spanjaarden belangrijke verliezen toe. Niettemin behandelden de Franschen Doria op eene weinig eervolle wijze, en deze kwam in dienst van den Paus. Met 6 galeijen verscheen hij vóór Genua, dat door de Spanjaarden veroverd was, versloeg den Keizerlijken onderkoning van Napels, die tot ontzet aanrukte, en verdedigde met zijne geringe magt de belangrijke haven van Civita Vecchia tegen de Keizerlijke troepen. Toen echter Clemens VII na de plundering van Rome niet meer in staat was, om eene vloot te onderhouden (1527), nam Frans I den dapperen vlootvoogd met 8 galeijen wederom in dienst, terwijl hem tevens het uitzigt op het stadhoudersambt te Genua geopend werd. Doria zag zich evenwel in zijne verwachtingen teleurgesteld.

Hij had in 1528 zijn neef Filips met 10 galeijen naar Napels gezonden, om de Franschen bij te staan; deze overwon er den onderkoning Moncada en nam vele aanzienlijken gevangen, daarbij belovende, dat zij niet aan Frankrijk uitgeleverd zouden worden. Toen echter Frans I daarop aandrong, koos Doria plotselijk de zijde van keizer Karel V onder voorwaarde, dat de zelfstandigheid van Genua onaangetast zou blijven. Nu verjoeg Doria de Franschen eerst uit Napels en vervolgens uit Genua en bevestigde hier op eene onbaatzuchtige wijze de republiek, door met de aanzienlijkste burgers eene grondwet in te voeren, die van kracht bleef zoolang de Staat bestond. De Keizer benoemde hem tot opperbevelhebber der zeemagt, tot groot-kanselier van het koningrijk Napels, en beleende hem met Melfi en Tursi. Daarna bestreed Doria de zeerooverij der Turken en behaalde in 1532 op deze eene glansrijke overwinning. In 1535 bestuurde hij de verovering van Tunis, en toen keizer Karel V in 1542, tegen zijn raad, een aanslag ondernam tegen Algiers, redde hij de Keizerlijke zeemagt van een volslagen ondergang. Doria verloor daarbij een aantal galejjen, maar was in 1543 reeds weder zoo sterk, dat hij den vermetelen Barbarossa den weg kon afsnjjden naar de Fransche vloot voor Nizza. Op gevorderden leeftijd benoemde hij zijn neef Gianettino tot bevelhebber ter zee, doch toen deze in 1547 vermoord was, ondernam hij nog verschillende zeetogten, verjoeg de Franschen in 1554 uit Corsica, en overleed den 15den November 1563.

< >