Grammont is de naam van een oud adellijk geslacht in Frankrijk.
Het is afkomstig uit Franche-Comté, waar de heerlijkheid Granges, van wier bezitters de Grammont's eene lijn vormen, gelegen is tusschen Vesoul en Montbéliard. Die heerlijkheid is in 1656 door Filips IV, koning van Spanje, tot een graafschap verheven. Dit verviel echter in 1678 met Franche-Comté aan Frankrijk, waarna het landgoed Villersexel, nabij het stamslot, in 1718 in een markiezaat werd herschapen ten gunste van Michel de Grammont, luitenant-generaal in dienst van Lodewijk XIV. Ook zijn broeder en zijn zoon bekleedden hooge militaire waardigheden, terwijl 3 leden van dit geslacht optraden als aartsbisschoppen van Besançon. — De markies Théodule de Grammont, geboren in 1766, overleden in 1841, was een schoonbroeder van Lafayette en van dezelfde staatkundige gevoelens als deze. Als volksvertegenwoordiger was hij van 1815 tot 1837 een ijverig verdediger van den constitutionélen regéringsvorm. Zijn zoon, de markies Ferdinand de Grammont, geboren den 6den Junij 1805 te Villersexel, bemoeide zich reeds vroeg met de bevordering van den landbouw en van de metaalbewerking in zijn departement, en werd in 1835 lid van den Algemeenen Raad van Haute Saône.
In 1837 werd hij in het district Lure als volksvertegenwoordiger de plaatsvervanger van zijn vader, waarna hij zitting nam naast Odilon-Barrot. Hij behoorde tot de tegenstanders der Julij-regéring, maar weigerde het voorzitterschap van en zelfs de deelneming aan de bekende banketten. Na de Februarij-omwenteling werd hij afgevaardigd naar de Constituante, en aldaar voorzitter van de douane-commissie en lid van onderscheidene andere commissiën. Na den Staatsstreek zond zijn kiesdistrict hem naar het Wetgevend Ligchaam, waar hij zitting had tot in 1870. Hij is een man van een vrijzinnig en onafhankelijk karakter, die van geene enkele regéring eenige gunst verlangt. In zijn departement beijvert hij zich op de meest belanglooze wijze, om landbouw en nijverheid op te beuren, en zijne gewestgenooten hebben hem in 1871 wederom afgevaardigd naar de Nationale Vergadering.