Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gottsched (Johann Christoph)

betekenis & definitie

Gottsched was een uitstekend Duitsch letterkundige, geboren den 2den Februarjj 1700 te Judithenkirch bjj Königsberg in Pruissen, studeerde te Königsberg in de godgeleerdheid, wijsbegeerte en fraajje letteren en zond weldra eenige gedichten en wjjsgeerige verhandelingen in het licht. Om zich aan de krijgsdienst te onttrekken, nam hjj de wjjk naar Leipzig, waar hjj zich belastte met de opleiding van den zoon van den geleerden Mencke. In 1725 begon hjj letterkundige voorlezingen te houden, waarin hij den hoogdravenden stijl van die dagen met kracht bestreed.

Een dichterljjk genootschap te Leipzig koos hem tot senior, doch hij legde later die betrekking neder, om een nieuw genootschap — dat der vrjje kunsten — te stichten. In 1730 werd hjj buitengewoon en k 1734 gewoon hoogleeraar te Leipzig, en overleed aldaar den 12den December 1766.

Gottsched wordt gewoonljjk beschouwd als de vertegenwoordiger der pedante geleerdheid, doch men kan niet loochenen, dat hij zich door de zuivering van den diepbedorven stjjl jegens de Duitsche letterkunde zeer verdienstelijk heeft gemaakt. Vooral ook heeft hjj het tooneel uit een toestand van vernedering opgebeurd, terwjjl tevens zjjne moedertaal, voor wier gebruik hij ijverde, veel aan hem te danken heeft. Zijne ingenomenheid met de Fransche en Engelsche letterkunde bezorgde hem intusschen vele tegenstanders, en daar de Duitsche litteratuur tevens met kracht het hoofd verhief, verloor hij allengs zijn gezag.

Van zjjne geschriften noemen wjj: „Die vernünftigen Tadlerinnen (1725, 2 dln)”, — „Beiträge zur kritischen Historie der deutschen Sprache, Poesie und Beredsamkeit (1732—1744, 8 dln)”, — „Neuer Büchersaal der schönen Wissenschaften und freien Künste (1745— 1754, 10 dln)”, — en „Das neueste aus der anmuthigen Gelehrsamkeit (1751—1762, 12 dln)”. Voorts schreef hjj: „Nöthige Vorrath zur Geschichte der deutschen dramatischen Dichtkunst von 1450 an (1757—1765, 2 dln)”, — „Die deutsche Schaubühne nach den Regeln und Exempeln der Alten (1741—1745, 6 dln, 2de druk 1746—1750)", — „Versuch einer kritischen Dichtkunst (1730, 4de uitgave 1751)”, — „Ausführliche Redekunst (1728, 5de druk 1759)”, — „Deutsche Sprachkunst (1748, 6de druk 1776)”, enz.

Zijne echtgenoote Louise Adelgunde Victoria Kulmus, geboren te Dantzig den 11 den April 1713 en overleden te Leipzig den 26ste» Junij 1762, stond hem bjj zjjne letterkundige werkzaamheden getrouw ter zijde en onderscheidde zich door hare geleerdheid en schranderheid. Merkwaardig zjjn vooral hare „Briefe”, in 1771 in 3 deelen door hare vriendin von Runkel uitgegeven.