Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Goes

betekenis & definitie

Goes (Willem) of Guilelmus doesius, heer van Boekhorst, geboren te Leiden in 1611, werd raadsheer in zijne geboorteplaats en daarna in het Hof van Holland. Hij behoorde in 1672 tot de regters, die het vonnis uitspraken over Cornélis de Witt, werd met gewigtige zendingen belast, en behoorde tot de schranderste regtsgeleerden van zijn tijd. Hij overleed te ’s Hage den 15den October 1686, nalatende: „Specimen controversiae quae est de mutui alienatione inter jurisconsultos et quosdam gramatico-sophistas (1646)”, — „Animadversiones in quaedam loca capitis I en II speciminis Salmasiani quibus varii viri docti ab ejus calumniis vindicantur (1657)”, — „Rei agrariae auctores legesque variae etc. (1674)”, — en „Pilatus Judex (1677)”. — Ook zijn zoon Jan Goes van Absmade was een ijverig beoefenaar der wetenschappen. — Zijn bloedverwant Robert Goes, heer van Boekhorst, was van 1701 tot 1723 resident der Algemeene Staten te Kopenhagen.