Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gnoe

betekenis & definitie

Gnoe (Catoblepas) is de naam van eene kleine groep der Antilopen-familie. Zij telt slechts 3 soorten, namelijk C. Gnu, Tamina en Gorgon; deze dieren hebben de grootte van een gewonen ezel en houden in hun voorkomen het midden tusschen het rund en het paard, terwijl de gnoe op dit laatste gelijkt door zijne geheele gedaante, den hals en de manen, en op het eerste door zijn kop en zijne horens. Deze laatste vindt men bij beide geslachten; zij krommen zich over de oogen heen, rijzen daarna omhoog en ontvangen eindelijk eene achterwaartsche rigting. Gemelde soorten onderscheiden zich vooral door de grootte en de kleur der manen en der haarbundels aan staart en kop, welke aan deze dieren een woest voorkomen geven.

Zij leven bij troepen in het zuiden van Afrika, van het Kaapland tot aan den evenaar; zij zijn voorzigtig, snel en wild, en ook getemde dieren hebben wel eens gevaarlijke vlagen van woede. Voor de jagers zijn zij eene begeerde prooi, omdat hun vleesch zeer smakelijk is. Men vindt deze dieren in bijkans alle menagerieën van Europa.