Gleigh (George Robert), een Engelsch schrijver en bisschop van de Engelsch Kerk, geboren te Stirling in Schotland den 20sten April 1796, studeerde te Glasgow en te Oxford, nam in 1812 deel aan den veldtogt in Spanje, woonde er onderscheidene gevechten bij en was reeds op zijn 20ste jaar kapitein. Na den slag bij Waterloo verliet hij het leger, studeerde op nieuw in de godgeleerdheid, en werd vicar te Ash in het graafschap Kent en daarna kapellaan in het Chelsea-hospitaal te Londen (1834).
In 1837 deed hij eene reis door Duitschland, Bohemen en Hongarije, en zag zich in 1844 tot eersten veldprediker en in 1846 tot inspecteur-generaal der Militaire scholen in Engeland benoemd. Hij schreef als godgeleerde: „History of the Bible”, — „Guide to the Lords Supper”, en „Sermons for plain people”. Belangrijk voor de geschiedenis zijn: “The campaigns of the Britsch army at Washington and NewOrleans”, — „History of British India”, — „Life of sir Thomas Munro”, — „Memoirs of Warren Hastings", — en „Lives of British military commanders”, — terwijl wij van zijne novellen nog vermelden: „The subaltern (1825)”, — “The Chelsea pensioners (1329)”, — “Allan Breck (1843)”, — en „Stories of Waterloo (1847)”.