Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Robert

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij: Twee Koningen van Frankrijk. Robert I, de jongere broeder van koning Odo, behield na het overlijden van dezen slechts het hertogdom Francia en onderwierp zich aan den Karolingischen koning Karel de Eenvoudige, behaalde in 921 eene belangrijke overwinning op de Noormannen en werd na het verdrijven van Karel in 922 door den Frankischen adel te Reims tot Koning uitgeroepen. Hij sneuvelde reeds op den 16den Junij 923 in den slag bij Soissons. — Robert II de Wijze of de Vrome, geboren in 971, een zoon van Hugo Capet, werd in 988 mederegent van zijn vader, diens opvolger in 998 en overleed na eene vreedzame regéring te Melun den 20sten Julij 1031.

Van zijne eerste gemalin, Bertha van Bourgondië, liet hij zich in 1004 wegens bloedverwantschap scheiden, om zich en zijn land aan het Pauselijk interdict te onttrekken, en zijne tweede, Constance van Arles, verbitterde hem het leven. Hij was een uitstekend dichter en componist, en van zijne muziekstukken is het „Veni sancte spiritus” een der schoonste.

Robert Guiscard, zie Guiscard.

Robert van Anjou, koning van Napels en hertog van Calabrië. Deze, de derde zoon van Karel II, beklom na diens dood, in weerwil van de aanspraken zijner oudere broeders, in Mei 1309 den vaderlijken troon. Hij was zeer eergierig en heerschzuchtig, poogde het gezag der Duitschers in Italië te vernietigen, verzekerde zich van de vriendschap van den Paus en wist de aanzienlijkste Guelfischgezinde steden aan zijne zijde te brengen, zoodat hij in staat was, weerstand te bieden aan keizer Hendrik VII en na den dood van dezen aan Hendrik de Beijer.

Zijne herhaalde pogingen, om zich van Sicilië meester te maken, liepen minder gelukkig af. Hij overleed den 9den Januarij 1343. Hij was een vlijtig beoefenaar der dichtkunst; eene verzameling zijner gedichten werd in 1642 door Ubaldini uitgegeven.

Drie koningen van Schotland. Robert 1 Bruce, een zoon van den kroonpretendent Robert Bruce (zie Bruce), maakte in 1306 een einde aan de Engelsche heerschappij en beklom den troon. Later behaalde hij de overwinning op Eduard II van Engeland bij Bannockburn (25 Junij 1314) en noodzaakte diens opvolger bij den Vrede van Newcastle (1327), zijn regt op den troon te erkennen.

Hij was de eerste, die de vertegenwoordigers der steden opriep naar het Schotsche Parlement. Hij overleed in 1329.

— Robert II, eene kleinzoon van den voorgaande, was een zoon van diens dochter Marjoria en van graaf Walter Stuart. Hij werd geboren den 2den Maart 1316, belastte zich reeds met het bestuur gedurende zijne minderjarigheid tijdens de ballingschap van zijn voorganger en oom David II en werd de opvolger van dezen in 1371. Met hem neemt de heerschappij van het Huis der Stuarts een aanvang. Hij streed sedert 1377 onophoudelijk tegen de Engelschen en overleed den 19den April 1390 op het kasteel Dundonald. Zijne talrijke onwettige zonen maakten den naam van Stuart in Schotland algemeen.

— Robert III, een zoon van den voorgaande, geboren in 1340, werd gekroond in 1390. Hij was zwak, verkwistend en tevens gebrekkig van ligchaam, en liet de regéring grootendeels over aan zijn jongeren broeder Alexander, hertog van Albany, en aan den adel, die hiervan ter uitbreiding zijner regten gebruik maakte. Zijne oorlogen tegen Engeland (1399—1402) waren niet voorspoedig, en hij overleed den 4den April 1406.

Twee hertogen van Normandië. Robert I, het meest bekend onder den naam van Robert de Duivel, was een jongere zoon van hertog Richard II en werd in 1027 de opvolger van zijn ouderen broeder Richard III. Nadat hij zijne wederspannige vazallen onderworpen had, bragt hij den door zijn eigen zoon verdreven Boudewijn van Vlaanderen in zijn land terug, verleende bijstand aan Hendrik I, koning van Frankrijk, tegen diens moeder Constantia en vernederde graaf Odo van Champagne. Daarop bragt hij de nederlaag toe aan hertog Alain van Bretagne, en maakte zich gereed in 1034 ter ondersteuning van zijne beide neven Alfred en Eduard, door koning Knoet van Denemarken uitgesloten van den Engelschen troon; maar zijne vloot leed schipbreuk op het eiland Jersey.

Uit berouw over door hem gepleegde wreedheden volbragt hij over Rome en Constantinopel een pelgrimstogt naar Jerusalem, doch overleed op de terugreis te Nicaea den 2den julij 1035. Zijne heldendaden leverden de stof voor vele dichterlijke sagen, —en de opera: „Robert le Diable” van Meijerbeer met een tekst van Scribe is wereldvermaard.

— Robert, een zoon van Willem de Bastaard, werd geboren in 1060, verkreeg in 1087 de hertogelijke waardigheid, verpandde (na langdurige veeten met zijn broeder Hendrik) het overschot van zijn hertogdom aan Willem de Roode, koning van Engeland, om aan den eersten Kruistogt te kunnen deelnemen, onderscheidde zich bij Dorylaeum, vóór Antiochië en Jerusalem door zijne dapperheid, voerde na zijn terugkeer oorlog tegen zijn broeder Hendrik, die inmiddels den Engelschen troon had beklommen, werd in 1106 overwonnen, gevangen genomen en van het licht der oogen beroofd, en overleed in 1134 in den kerker.

Robert de Fries, jongeren zoon van Boudewijn V, graaf van Vlaanderen, en van Alix, eene dochter van Robert, koning van Frankrijk. Hij was een moedig en heerschzuchtig man, ondernam een kruistogt tegen de Sarracenen in Spanje en vestigde daarna het begeerig oog op Holland, dat door Geertruid van Saksen, weduwe van Floris I, werd bestuurd.

Hij rukte derwaarts, werd tot tweemaal toe teruggeslagen, en deed nu huwelijksvoorstellen aan Geertruid, met wie hij zich in 1063 in den echt verbond. Hierop aanvaardde hij den naam van de Fries, maar nadat het land onder zijn bestuur een zevenjarigen vrede genoten had, ontstond er na den dood van zijn broeder Boudewijn VI van Vlaanderen een hevige oorlog.

Robert toch deed een inval in Vlaanderen, daar hij de voogdijschap begeerde over Arnoud, den oudsten zoon van zijn broeder. Richilde, de moeder van Arnoud, riep nu de hulp in van den Koning van Frankrijk en van den Keizer van Duitschland, zoodat Robert van zijn opzet moest afzien.

Inmiddels was Govert met den Bult, hertog van Lotharingen, bijgestaan door den Keizer en door den Bisschop van Utrecht, naar Holland opgerukt en tot Leiden doorgedrongen, voordat Robert een voldoend leger in gereedheid had. Aldaar werd een bloedige slag geleverd (10 Julij 1072), waarbij Robert de nederlaag leed en met zijn gezin eene wijkplaats moest zoeken in Saksen.

Volgens sommigen toog hij nog naar het Heilige Land. In 1073 stortte hij in een veldslag tegen Thibald, graaf van Champagne, van het paard en werd in het strijdgewoel vertrapt, waarna zijn stoffelijk overschot te Utrecht eene rustplaats vond.

Robert I, hertog van Parma, geboren den 9den Julij 1848. Hij is een zoon van hertog Karel III en van Louise, eene dochter van den hertog van Berri. Hij werd onder het regentschap zijner moeder den 27sten Maart 1854 opvolger van zijn vader, doch door de omwenteling van 30 April 1859 van den troon beroofd en woont thans bij afwisseling te Rome en op het kasteel Wartegg in het Zwitsersche canton St. Gallen.