Ghibellijnen was in de middeleeuwen de partijnaam van de aanhangers des Keizers, terwijl de Guelfen of Welfen zich aan de zijde schaarden van den Paus. Men meent, dat die namen afkomstig zijn van twee Duitsche broeders, die te Pistoja woonden en Guelf en Gibel heetten, terwijl de eerste een verdediger van den Paus en de tweede van den Keizer was. Anderen meenen, dat zij hun oorsprong hebben ontvangen van het krijgsgeschreeuw der soldaten van Koning Koenraad lII: „Hie Gieblingen”, — en van de lieden van hertog Welf van Beijeren: „Hie Wolf” in den slag bij Weinsberg (1140). Immers Gieblingen of Waiblingen was de naam van een burgt der Hohenstaufen aan de Kocher, en in Duitschland droegen werkelijk de Hohenstaufen en hunne aanhangers in ouden tijd den naam van Waiblingen.
Door de Keizers Frederik I en II werd vermoedelijk die naam naar Italië overgebragt en in Ghibellijnen herschapen. De bloedige worsteling tusschen die 2 partijen, welke vooral in Opper-Italië hevig woedde, en de burgers van nagenoeg alle steden in spanning en verbittering hield, duurde niet alleen voort tijdens de regering van het huis Hohenstaufen, maar gedurende het geheele tijdperk der middeleeuwen, en de partijnamen, schoon in 1334 door paus Benedictus XII op straf van ballingschap verboden, bleven in Italië nog bestaan, toen zij in Duitschland reeds lang waren vergeten. Het symbool of onderscheidingsteeken der Ghibellijnen was eene witte roos of eene roode lelie, dat der Guelfen een adelaar, die een blaauwen draak met de klaauwen vaneenrijt.