Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Geszner

betekenis & definitie

Geszner. Onder dezen naam vermelden wij:

Salomon Geszner, een Duitsch dichter, schilder en graveur. Hij werd geboren te Zürich den lstei' April 1730 en toonde reeds vroeg een grooten aanleg tot het teekenen van allerlei figuren, terwijl zich tevens zijne dichterlijke gaven ontwikkelden. Zijn vader bezorgde hem in 1749 als leerling in een uitgebreiden boekhandel te Berlijn, doch hij zeide dezen spoedig vaarwel, om als landschapschilder en graveur in zijn onderhoud te voorzien. Door stalen vlijt maakte hij onder de leiding van den schilder Hempel weldra groote vorderingen, verblijdde zich in het vriendschappelijk verkeer met Ramler, Sulzer en andere geleerden en kunstenaars, en keerde na een kort vertoef te Hamburg terug naar zijne geboorteplaats, waar hij door zijn „Lied eines Schweizers an ein bewaffnetes Madchen (1751)” en door zijne schilderij „De Nacht (1753)” grooten roem verwierf. Hij schreef voorts een uitgebreid dichtstuk „Daphnis (1854)” genaamd. Op den eersten bundel „Idyllen”, welke tegelijk met zijn „Inkle und Yariko (1756)” verscheen, volgde in 1758 „Der Tod Abels”, een idyllisch heldendicht in proza, en in 1762 eene verzameling van gedichten in 4 deelen.

De schilderkunst nam hem nu weer in beslag, en eerst in 1772 verschenen de tweede bundel „Idyllen” en de „Briefe fiber die Landschaftsmalerei”. Met groote vaardigheid en met veel smaak behandelde hij de graveernaald, en zijne gravures waren zeer in trek. Hij overleed den 2den Maart 1787. Zijne „Idyllen” geven eene voorstelling van de gouden eeuw, van een bekoorlijk herdersleven en onderscheiden zich door welluidendheid van taal, terwijl men er vruchteloos zoekt naar eene krachtige karakterteekening. Grootere verdiensten dan als dichter heeft hij verworven als graveur; zijne landschappen zijn keurig, en vooral zijne boomen voortreffelijk. Zijne gezamenlijke werken zijn bij herhaling uitgegeven.

Conrad Geszner, een schilder van paarden en veldslagen. Hij was een zoon van den voorgaande en werd geboren te Zürich in 1764. In het ouderlijk huis wijdde hij zich aan de beoefening der kunst en zette haar voort onder Landolt en Wuest, alsmede aan de academie te Dresden, waar zijne veldslagen de algemeene opmerkzaamheid trokken. In 1787 ging hij naar Italië, waar hij zich met het schilderen van landschappen bezig hield, en in 1789 reisde hij in Engeland en Schotland, waar hij vele schilderijen en teekeningen vervaardigde. In 1802 legde hij zich toe op het graveren, en na zijn terugkeer heeft hij onderscheidene uitmuntende litographiën in het licht gezonden. Hij overleed te Zürich den 8sten Mei 1826.

< >