Dit woord beteekent in het algemeen de eigenschap van een wetenschappelijk gevormd mensch of ook een verzameling van veelvuldige en degelijke kennis. Tot de geleerdheid rekent men vooral eene naauwkeurige kennis der oude talen. Immers daar de geleerden van lateren tijd hunne kennis grootendeels verschuldigd zijn aan de Grieken en Romeinen, zoo eischt men van hen met regt, dat zij in staat zijn, om haar uit de oorspronkelijke bronnen te putten. Bij alle beschaafde volkeren hebben de geleerden steeds een belangrijken invloed gehad op den maatschappeiijken toestand, en die invloed was vooral daar groot, waar zij tevens het priesterambt waarnamen.
Toch was die vereeniging hoogst nadeelig voor de wetenschap, daar deze door hen veelal tot eene dienares der godsdienstige meeningen verlaagd werd. Eerst toen in lateren tijd de geleerdheid meer en meer algemeen eigendom werd, nam de studie der wetenschappen eene vrije en tevens eene vroeger ongekende vlugt. Inzonderheid heeft de geleerdheid een onschatbaar voertuig gevonden in de boekdrukkunst.
