Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Garonne

betekenis & definitie

Garonne (De), door de Romeinen Garumna genoemd, de voornaamste rivier in het zuidwesten van Frankrijk, ontspringt op Spaansch grondgebied in de Pyreneeën, en wel in het achterste gedeelte van de Valle do Aran, ter hoogte van bijna 2000 Ned. el tusschen den Maladetta (3200 Ned. el hoog) en den Mont Vallier (2800 Ned. el hoog). Na een loop van 6 geogr. mijl bereikt zij door eene donkere kloof, Pont du roi genaamd, boven St. Béat (500 Ned. el hoog) Frankrijks grondgebied. Hier wendt zij zich bij Montrejeau noordoostwaarts, verlaat bij St.

Gaudens (350 Ned. el hoog) het noordelijk gedeelte der Pyreneeën, stroomt langs St. Martory, Cazères, Carbonne en Muret naar Toulouse (130 Ned. el hoog), waar zij reeds eene breedte heeft van 200 schreden, door het Canal du Midi in verband staat met de Middellandsche Zee, en door een breeder dal langs heuvelzoomen verder spoedt. Met den spoorweg loopt zij noordwestwaarts over Agen en Marmande naar Bordeaux, waar zij een halfcirkelvormigen boezem vormt ter breedte van 1100 Ned. el met eene lengte van eene geogr. mijl, eene wijkplaats aanbiedend voor duizend schepen. Drie en een vierde geogr. mijl verder vereenigt zij zich bij den Bee d’Ambes met de Dordogne, vormt ter breedte van ½ tot l3/4 geogr. mijl een aantal eilanden en zandbanken en stroomt onder den naam van Gironde (zie aldaar), beveiligd door eene reeks van forten op haren oever, langs eene bedding ter lengte van ruim 10 geogr. mijl naar den Atlantischen Oceaan. Vóór haren mond verheft zich op eene rotsklip de prachtige vuurtoren Cordouan, de fraaiste van geheel Frankrijk, gebouwd in 1584—1610 en verbeterd in 1665, met eene hoogte van ongeveer 70 Ned. el boven den spiegel der zeeGeweldige springvloeden, hier mascaret of raz de marée genaamd, stuwen er soms hare wateren landwaarts tot in de Dordogne, doen een vreeselijk gebrul hooren en verwoesten er de oeverlanden. De Garonne heeft eene lengte van 81 geogr. mijl en ontvangt 32 rivieren, van welke 8 bevaarbaar zijn, zoodat zij op een stroomgebied van 1528 geogr. mijl eene gezamenlijke bevaarbare lengte hebben van 320 geogr. mijl. Op den rechteroever ontvangt zij van de Pyreneeën de Salat en de Ariège, — van het hoogland der Cevennes de Tarn (met de Agout en Aveyron), de Lot, de Dorpt en de Dordogne (met de Vezère en de Isle), —en op den linkeroever een aantal bergstroomen van de Pyreneeën. De Garonne is bevaarbaar over een afstand van 63 geogr. mijl.

De zeeschepen komen gedurende den vloed tot Bordeaux, en kleinere vaartuigen nog 7 geogr. mijl verder. Hoewel de rivier breed is en veel water bevat, vindt men er vele ondiepe plaatsen, die bij lagen waterstand de scheepvaart belemmeren. Om deze te bevorderen en tevens den weg te bekorten, is het Canal Latéral de la Garonne gegraven. Het staat bij Toulouse in verband met het Canal du Midi, volgt den regteroever der rivier, gaat langs Montech, waar het een van Montauban komenden zijtak opneemt, — voorts over Castelnaudary, bij Moissac over de Tarn en over Valence. Verder loopt het met een prachtig viaduct van 23 bogen bij Agen over de Garonne en volgt haren linkeroever tot Castets, waar het zich weder met de rivier vereenigt. Het heeft eene lengte van 26 geogr. mijl en is geschikt voor vaartuigen van 75 tot 150 ton.

De Garonne stroomt door 4 departementen, namelijk Haute Garonne, Tarn-Garonne, LotGaronne en Gironde. Eerstgenoemd departement behoort voor een klein gedeelte tot de voormalige provincie Languedoc en voor het overige tot Gascogne. Het heeft Toulouse (zie aldaar) tot hoofdstad, vormt het eigenlijke aartsbisdom van dien naam, en is verdeeld in 4 arrondissementen (Toulouse, Villefranche, Muret en St. Gaudens), in 39 cantons en 578 gemeenten, en telt op ruim 114 geogr. mijl bijna ½ millioen inwoners. Van den bodem behoort het twaalfde gedeelte tot het hooggebergte der Pyreneeën, en de overige deelen bevatten de noordelijke terrassen van dat gebergte en de heuvelstreken en vlakten van Languedoc en Gascogne. Tot eerstgemeld gedeelte behooren als hoogste toppen de Pic Quairat (3000 Ned. el), de Pic de Crabioules en de Pic du Port d’Oo (beide ruim zoo hoog), benevens de Col de Portillon (3300 Ned. el hoog) met het gletschermeer Portillon (2700 Ned. el hoog), dat met den waterval Michot afdaalt in het meer Espingo (1000 Ned. el hoog) en vervolgens met dit laatste door middel van een waterval ter hoogte van 260 Ned. el in de Séculéjo (1400 Ned. el hoog), het bekoorlijkste van al de meren der Pyreneeën. Het zuidelijke gedeelte van dit departement levert een schat van prachtige natuurtafereelen, — voorts bevat de bodem er vele belangrijke delfstoffen, zooals ijzer, marmer, graniet, leisteen enz. Onder de talrijke geneeskrachtige bronnen zijn er die van Bagnéres de Luchon het meest beroemd.

Het departement wordt besproeid door den bovenloop der Garonne, den benedenloop der Ariège en 14 andere rivieren. De bosschen, die er bijna 17 geogr. mijl beslaan, leveren goed scheepstimmerhout, en de ongemeen vruchtbare bouwlanden met eene uitgebreidheid van 66 geogr. mijl brengen veel meer granen op, dan de behoefte der inwoners vereischt. Uit de wijngaarden, die eene oppervlakte beslaan van 9½ geogr. mijl, verkrijgt men een middelmatigen wijn, waarvan 2/3de in den handel komt, en de vette weiden, 8 geogr. mijl groot, zijn er uitstekend geschikt voor de veeteelt, zoodat men er veel runderen, schapen, zwijnen, geiten, paarden enz. aantreft, en vooral ook veel pluimgedierte. Het klimaat, schoon guur in het hooggelegen zuiden, is er over het geheel zacht en gezond, zoolang men er verschoond blijft van den westewind (Sers). De fabrieknijverheid bevindt er zich nog op lagen trap, maar begint zich te ontwikkelen. Toulouse is er de stapelplaats van den handel voor de veldgewassen van het noorden ten behoeve van Spanje, en de uitvoer van meel, wijn, brandewijn, vette hoenders, ingezoutene ganzen, truffels enz. is er van veel belang.

< >