Onder dezen naam vermelden wij:
Marc Antoine Muret, gewoonlijk Muretus genaamd en beroemd wegens zijn sierlijk Latijn. Hij werd geboren den 12den April 1526 te Muret bij Limoges, gaf op zijn 18de jaar reeds onderwijs in de oude talen, studeerde te Toulouse in de regten, maar moest wegens zijne losbandige levenswijs Frankrijk verlaten en woonde sedert 1554 bij afwisseling te Venetië en te Padua, totdat de cardinaal Ippolito d’Este hem naar Rome riep, alwaar hij sedert 1563 openlijke voorlezingen hield over Grieksche en Latijnsche schrijvers, vooral over de „Ethica” van Aristóteles en later over het burgerlijk regt. In 1576 werd hij tot priester gewijd, in 1584 legde hij zijne leeraarsbetrekking neder, en overleed den 4den Junij 1585.
Van zijne geschriften, die zich allen onderscheiden door eene keurige latiniteit, vermelden wij zijne „Orationes”, — „Epistolae”, — en „Variae lectiones”. Voorts bezorgde hij uitgaven der werken van onderscheidene Latijnsche dichters. „Scripta selecta” van Muretus werden nog in 1871-1872 door Frey op nieuw uitgegeven.
Theódore César Muret, een verdienstelijk Fransch schrijver, geboren te Genève in 1807. Hij studeerde te Parijs in de regten, maar legde zich vooral toe op de letteren. De verkondiging zijner legitimistische gevoelens bezorgde hem onder Louis Philippe meermalen gevangenisstraf, en hij overleed den 23sten Julij 1866 te Soisy bij Montmorency. Van zijne geschriften vermelden wij: „Les grands hommes de la France (1838, 2 dln)”, — „Histoire de l’armée de Condé (1844, 2 dln)”, — „Histoire des guerres de l’Ouest (1792-1815/1848, 5 dln)”, — onderscheidene blijspelen, een drama, en eenige romans.