Gadames of Ghadames, eene stad en vesting in Tripolis, ligt aan de noordelijke grenzen der Sahara in de evenzoo genoemde oase, door Plinius „Cydamus” genaamd, en is de zetel van een Moedir-Bey. Men vindt er 6 moskeeën, 7 scholen en ongeveer 10000 inwoners, die in 2 vijandelijke stammen verdeeld zijn, welke afgezonderd van elkander leven. In het midden der stad ontspringt eene warme bron, die tot besproeijing der tuinen dient, daar het er in 4 jaar gemiddeld slechts eenmaal regent.
Schoon er onder de Turksche heerschappij de welvaart aanmerkelijk verminderd is, blijft zij een centraalpunt voor den binnenlandschen handel, waar de karavanen uit verschillende hemelstreken bijeenkomen. Tot de uitvoer-artikelen behooren er vooral ivoor, was, runderhuiden, geverwde geitenvellen, struisvederen, goud, en katoenen stoffen, terwijl er laken, zijde, glaskralen, wollen stoffen, roodemutsen, papier, zink, koper, suiker, spiegels, degenklingen, naalden enz. worden ingevoerd, Ook worden er jaarlijks ongeveer 500 slaven en slavinnen aangevoerd. De karavanen trekken van hier naar Tripolis in 12, naar Ghât in 20, naar Kano in 110, naar Timboektoe in 60 en naar Taoeat in 22 dagen.
