Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gabbema

betekenis & definitie

Gabbema (Simon Abes), een Friesch geschiedschrijver en dichter, geboren te Leeuwarden in 1628, studeerde te Leiden en te Utrecht in de letteren en regten en verwierf in deze laatste den graad van doctor. Hoofdzakelijk hield hij zich bezig met geschiedkundige nasporingen en met de uitgave van belangrijke werken. Den 28sten Mei 1659 zag hij zieh door de Staten van Friesland benoemd tot geschiedschrijver des lands, en overleed in 1688. Hij vermaakte zijne boeken en handschriften aan zijne eenige zuster, die ze op hare beurt schonk aan het Gabbema-gasthuis, vanwaar zij in het bezit zijn gekomen van het Friesch Genootschap.

Ze werden in 1865 door den ijverigen Eekhoff geïnventariseerd. Gabbema was een man van uitgebreide kennis, maar gezond oordeel en goede smaak lieten bij hem veel te wenschen over. Hij deed in het licht verschijnen: „F. Petronii Arbitri satyricon et diversorum poetarum lusus in Priapum, item Pervigilium Veneris, Ausoniique cento nuptialis et Cupido cruci affixus (1654)”, —„Catullus, Tibulius et Propertius cum selectis variorum commentariis (1659)”, — „Viglii Zwichemii ab Aytta Epistolae politicae et historicae ad Joachimum Hopperum (1661)”, — „Epistolarum ab illustribus et claris viris scriptarum centuriae tres. Quas passim ex autographis collegit et edidit S. A. Gabbema (1663)”, — „Gysbert Japiks Friesche rijmlerije (1681, 2de uitgave)” — „Friesche lustgaarde ofte boom-, heester-, bloem- en kruydwaarande, bestaande uit der gewassen beschryvinge, die in Hoog- en Neder-Duitschland en de aangrenzende landschappen bekend zijn (1686)”, — „Het hooglied Salomons in rym gesteld (1654)”, — het belangrijke werk: „Verhaal van de stad Leeuwarden, waarin niet alleen de oorsprong enz. der stad wordt aangewezen, maar ook de twisten en oorlogen, die zij gevoerd heeft enz., van den jaare 1190 tot 1573 (1701)”, een boek, dat later ook onder den titel van „Historie van Friesland” door Gutberleth is uitgegeven, — en „Nederlandsche watervloeden of naauwkeurige beschrijving van alle watervloeden, voorgevallen in Holland enz. (1703)”.