Funchal is de hoofdstad eener evenzoo genoemde provincie van Portugal of liever van de West-Afrikaansche eilandengroep Madeira en Porto-Santo. Zij ligt aan de zuidkust van Madeira, aan de opene, onveilige baai van Funchal, die, tusschen Punta da Cruz en Garajao, door schilderachtige bergen ter hoogte van 1200 Ned. el omgeven en aan zee door 4 forten beveiligd is. Op den achtergrond verheft de stad zich amphitheaters-gewijze, en hare villa’s en huizen verrijzen eindelijk tot eene hoogte van 600 Ned. el, zich met hare witte muren half verschuilend in het bevallig groen der tropische gewassen. Het inwendige der stad valt echter den bezoeker niet mede; er zijn naauwe straten, en men ziet er kleine huizen, die met gerolde steentjes bepleisterd zijn.
Er is geen enkel merkwaardig gebouw. Langs de kust vindt men 2 met boomen beplante wandelplaatsen (pragas), — voorts zijn er wèl-ingerigte logementen, voorzien van fraaije tuinen. Deze, alsmede de talrijke wijnbergen, worden in het drooge jaargetijde op eene kunstmatige wijze besproeid. Wegens het zacht en gelijkmatig klimaat wordt Funchal sterk aanbevolen als verblijfplaats voor borstlijders, die trouwens, vooral uit Engeland, in grooten getale derwaarts trekken. Funchal is de voornaamste koopstad — bepaaldelijk in wijn — der eilandengroep en tevens de aanlegplaats en het steenkolenstation voor Engelsche stoombooten, die naar Indië varen.
Men telt er ongeveer 25000 inwoners. Zij is de zetel van den gouverneur en van den bisschop der Madeira-groep, bezit onderscheidene R. Katholieke en eene EngelschProtestansche kerk, 3 nonnenkloosters enz. in eene van deze worden door de nonnen prachtige bloemen van vederen vervaardigd, welke bij de vreemde bezoekers veel aftrek vinden. Het smalle strand bij de baai van Funchal kan alleen bij stil weder tot landingsplaats dienen, — bij woelig water komt men bij de forten Potinha en Ilheo (de Loo-rots) aan land. Drinkwater, versch vleesch, groenten en velerlei vruchten zijn er in overvloed te bekomen.