Frankenwijn. Men geeft dezen naam aan de wijnsoorten, die op het gebied van de Main, inzonderheid in het Beijersche district Beneden-Franken, verbouwd worden. Deze wijnbouw strekt zich uit langs deze rivier en hare zij-dalen, slechts hier en daar afgebroken, over eene lengte van 50 geogr. mijl, maar is alleen op sommige plaatsen bepaald belangrijk. Bij is zulks vooral beneden Aschaffenburg bij Klingenberg, Miltenberg, Kreuzwertheim en Wertheim tot aan Gerlachsheim en voorts van den mond der Frankische Saale tot aan Würzburg en van hier tot aan Schweinfurt. In den regel wint men er witten wijn, doch sedert eenige jaren heeft er ook de cultuur van rooden wijn belangrijke vorderingen gemaakt.
De beste soorten, in goede jaren verkregen, onderscheiden zich door kracht en vuur en door een eigenaardigen geur. De Leistenwijn spant, volgens veler gevoelen, op bepaalden ouderdom de kroon van alle Duitsche wijnen; hij wordt bij Würzburg verbouwd. Hierop volgt de Steinwijn, desgelijks uit de nabijheid dier stad afkomstig, en wegens den eigenaardigen vorm der flesschen, waarin hij verzonden wordt, Bocksbeutel bijgenaamd. Deze is veel geestrijker, maar minder smakelijk. Beroemde wijnsoorten zijn er voorts de Kalmuth, een zoete ochtendwijn uit de wijngaarden van vorst LöwensteinWertheim, — de Hörsteiner, die bij Aschaffenburg verbouwd wordt, — de Seiligengeestwijn uit den wijngaard van het Julius-hospitaal, — en de Horfenwijn van den Horfenberg bij Würzburg. Onder de geringere soorten bekleedt de Saalecker eene belangrijke plaats, doch deze is het eigendom des Konings en komt niet in den handel. Over het geheel bereikt alleen de Würztbürger den groothandel, terwijl voorts de moussérende Frankenwijnen, die te Würzburg vervaardigd worden, zeer in trek zijn.
