Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fortuna

betekenis & definitie

Fortuna, in het Grieksch Th/V, is de godin van het toeval en volgens Hesíodus eene dochter van Océanus, terwijl Pindarus haar eene zuster noemt der Schikgodinnen en haar de bescherming der steden toekent. Zij is het tegenovergestelde van het Fatum (zie aldaar), dewijl zij zonder wet of regel handelt. Men had tempels voor haar gebouwd te Smyrna en elders, terwijl zij bij de Romeinen onder verschillende namen gehuldigd werd. Tot hare attributen behooren het roer, de hoorn des overvloeds, een bal, maar vooral een rad. — Zie ook onder Asteroïden.

< >