Fisher (John), R. Katholiek bisschop van Rochester en martelaar zijner getrouwheid aan de voorschriften der Kerk, werd geboren omstreeks het jaar 1455 te Beverley in het graafschap York, studeerde te Cambridge en werd vervolgens biechtvader der gravin Margaretha van Richmond, de moeder van Hendrik VII Hij werd eerst kanselier der universiteit te Cambridge en in 1504 bisschop van Roehester. Ook Ilendrïk VIII was hem zeer genegen en won zijn raad in bij de vervaardiging der „Adversio VII sacramentorum adversus M. Lutherum”. Daar hij echter ter zake van ’s Konings echtscheiding de zijde koos der Koningin, werd hij tot gevangenisstraf voor onbepaalden tijd veroordeeld, doch herkreeg zijne vrijheid tegen betaling van 300 pond. Toen hij niettemin in zijn tegenstand volhardde en den Koning niet als opperhoofd der Kerk wilde erkennen, deed Hendrik VIII hem in 1534 weder in hechtenis nemen en in den Tower opsluiten.
Paus Paulus III benoemde hem tot cardinaal, doch dit verbitterde den Koning, die hem nu wegens majesteitsschennis ter dood liet veroordeelen. Fisher stierf op het schavot den 22sten Junij 1535. Zijne geleerdheid, eenvoudigheid en standvastigheid worden zeer geroemd, en zijne verzamelde geschriften zijn in 1597 te Würzburg uitgegeven.